Grote broer
Mijn grote broer is kleiner dan ik, maar hij noemt mij altijd broertje. Dat blijf je tot je doodgaat, want hij is bijna zes jaar ouder dan ik. We hebben altijd goed contact en zijn creativiteit bestaat uit muziek spelen en hij treedt dan ook regelmatig op met bandjes. Ik ben dan ook toen ik nog jong was regelmatig gaan kijken.
Soms ben ik ook wel teleurgesteld geweest in hem, want als ik problemen had met andere kinderen kwam hij mij niet te hulp. Het had dus weinig zin om stoer te doen en te zeggen dat ik mijn grote broer zou gaan roepen.
Op een dag zei ik hem, terwijl ik achter op de fiets zat, dat ik hem elk moment kon laten stoppen. Ik zou daar een gulden voor krijgen, als dat zou lukken. Hij zei, dat is goed en vervolgens zette ik de fiets op slot en ik was eraf en broerlief lag in het grint. Ik heb die gulden nooit gekregen, die heb ik nog tegoed en ik ben die avond op het laatste nippertje aan tafel gegaan, want hij was woedend.
Wij waren erg verschillend, maar toch ook niet. Hij was donker en ik was blond (‘melkboerenhondenhaar’). Dat kwam, omdat wij twee verschillende vaders hadden. Hij had een Algerijnse vader en was donker getint en in ons dorp was hij de enige. Later kwamen er twee Indische broertjes, maar dat was anders.
Toch heb ik veel commentaar gehad, dat ik niet aan mijn broer vertelde, want het was soms te pijnlijk en te bekrompen om daarop te reageren. Racisme was er behoorlijk in het dorp – ‘je kunt geen broer zijn van die zwarte, je bent blond’. Wie dat heeft gezegd, was de eerste waar ik belletje drukte, want veel macht heb je niet als kind, dus deed je het zo. Er was iets gebeurd in het dorp (‘die zwarte van Koskamp zal er wel bij hebben gezeten’). Dat kon niet, want mijn broer was toen in Dieren. Dat heb ik toen wel fijntjes uitgelegd en dat ik ook niet gediend was van opmerking zoals Ali Baba en de veertig rovers (mijn broer was dan Ali Baba).
Mijn broer had niet zoveel zin om te gaan leren en werd grafische drukker en dat heeft hij jaren gedaan en jaren bijgedragen aan onze maatschappij, want ziek was hij niet en hij is even werkloos geweest toen een droom van hem om beroepsmuzikant te worden niet doorging (hij zat toen bij de tweede musical Hair). Hij deed een jaar de ulo en ging toen werken.
Een paar jaar later kwam ik op die ulo en ik kreeg van twee leraren nogal wat vervelende opmerkingen, zoals: ‘als je net zo dom doet als je broer, dan kun je beter vertrekken’. Dat was de eerste dag van mijn school. Ik heb niets gezegd en heb deze leraar alleen maar aangekeken. Een andere leraar was erger. Hij gaf een vak waar ik niet goed in was. Nu was ik toch geen huiswerkmaker en ik vind het ook niet nodig. Je kunt dat beter in het lespakket stoppen, want bij ons thuis was er geen omgeving om te leren. Toch blijft het onderwijs nog steeds hangen op dat huiswerk en je ziet dat kinderen uit bepaalde gezinnen niet de eindstreep halen, vanwege deze zienswijze. Maar goed, ik had natuurlijk niet geleerd en ik werd uitgescholden door de leraar en ik zal niet opschrijven wat hij zei. Dat pikte ik niet en liep de klas uit en ik kwam de directeur tegen en hij heeft mij uitgehoord. Ik wilde niets zeggen. Toen hij het hoorde, heb ik nooit geen last meer gehad. Hij gaf mij wekelijks een knipoogje en vroeg dan hoe het ging.
Ik was wel wat gewend aan domme opmerkingen over mijn broer en mij. Toen ik geslaagd was voor de ulo, zei een leraar dat ik recalcitrant was en dat ik dat van mijn broer had en dat het een wonder is dat ik geslaagd was. Dat heeft hij geweten, want ik was toen al zestien jaar. Blijkbaar moet je je altijd bewijzen als je anders bent of uit een bijzonder gezin komt.
Ik hoor steeds weer domme opmerkingen tegen kinderen en sommige mensen begrijpen nog steeds niet dat je je altijd moet bewijzen als je donker bent. Daar draait het nu precies om in de Zwarte Pieten discussie. Het gaat erom dat je geen Zwarte Sinterklaas (de leider) hebt, maar altijd zwarte knechten. Ik kan je vertellen dat het pijn doet, al die opmerkingen, want schelden doet geen zeer is niet waar. Het doet behoorlijk zeer en zeker als het christenen zijn die wat anders hebben geleerd van Jezus. Mensen noemden mijn broer Mohammed, terwijl hij Christiaan heet. Een christelijker naam is bijna niet te verzinnen. Hoe dom kun je zijn?