Verbeetenstraat
Midden in de nacht werden wij gebeld door Mary B. in Breda. Er zaten vijftien mensen op het politiebureau en die waren dakloos door een aangestoken brand. Het ging om asielzoekers die daar woonden en er woonden ook een aantal drugsverslaafden die continu ruzie hadden met elkaar. Er waren nog geen asielzoekerscentra en na dit jaar kwamen er eindelijk aanmeldcentrums in onder andere Rijsbergen. Ze konden deze mensen niet kwijt en na veel gedoe konden de vrijgezellen bij vrienden terecht. Er bleef een echtpaar achter met een kind dat op het bureau zou moeten blijven. Wij hadden ze voor die nacht opgenomen in onze tuinkamer (we hadden een drive-in woning) en onze zoon verhuisde midden in de nacht naar elders. De volgende dag konden deze mensen naar het koetshuis in Bavel.
Zo rolden we in het vluchtelingenwerk, samen met Mary en Ben B. (voorheen missionaris en werker in Belgisch-Congo), Vincentiusvereniging (katholieke Charitasvereniging) en Vluchtelingenwerk Nederland in Breda. Maar we hadden niet genoeg mogelijkheden om ons werk te doen, want we gingen woningen inrichten voor vier vluchtelingen. Daar kregen we van de gemeente Breda 8000 gulden voor. Daarover meer in een ander blog.
Om meer meubels en kleding te krijgen en vooral beddengoed hadden wij extra ruimte nodig. We hielden een kledingbeurs in onze zaal, want toen vond men alles bij elkaar, dat was goed. Dat was een ramp – extra stof en de zaal versleet enorm, dat heeft later veel geld gekost, terwijl men dacht aan bezuinigen. Daar wilden wij vanaf en we zagen een pand in de Verbeetenstraat aan de andere kant van Breda midden in de volkswijk vol met NAC supporters en soms zagen we ook dat bewoners zich bezig hielden met “nachtwerk”. In Baarle-Nassau waren joggingpakken (kleur roze en geel) gestolen en de volgende dag zagen we heel veel mensen toevallig in zo’n joggingpak lopen. Dus een ideale wijk voor het Leger.
Het pand was 195.000 gulden en we hadden dat op ons deposito staan onder groot onderhoud, dus geen vuiltje aan de lucht. Maar toestemming krijgen valt in het Leger niet mee. Wat wil die Koskamp? Maar het idee was van meer mensen dan alleen ik – Familie G. en br. Joop M. waren de kartrekkers. Zij waren autodidacten. Ze zagen de nood en zr. G. had een Joodse achtergrond, dus die was erg gericht op hulp aan vluchtelingen. We vroegen Joop om penningmeester te worden (hij was reclasseringsmedewerker, vooral voor de grote boeven volgens hem). De volgende dag liep hij naar de zaal met een groot pak in zijn hand. Hij had nog nooit boekhouding gedaan en had maar een cursus boekhouding bij de LOI besteld. Daar liepen nog meer mensen rond die meehielpen met bijzondere gaven. Helaas zijn bovengenoemde mensen inmiddels overleden.
Omdat het nogal lang duurde, had ik een gesprek met de makelaar. Ik was nog jong en zei dat we het wel zouden kopen. De volgende dag had de makelaar gebeld naar de eigendommensecretaris. Die belde mij op; we zaten eraan vast, want als je zoiets mondeling zegt ben je de klos. Hij was niet echt boos, want volgens mij vond hij het ook gemakkelijker; de kogel was nu door de kerk. Hij kwam kijken en zei tegen mij dat hij een tegenbod zou doen van 175.000 gulden. Dat vond ik te hoog, want ze zouden het toch niet gemakkelijk verkopen (voorheen suikerwerkfabriek en als laatste een opslagruimte voor televisies). Ik stelde voor dat 160.000 gulden meer dan genoeg zou zijn als tegenbod. Het pand is uiteindelijk gekocht voor 162.500 gulden.
Leuke herinneringen. Op je eerste verhaal is goed gereageerd op mijn Facebook pagina Leger des Heils humor. Vind je het goed dat ik zo nu dan een tekst of een gedeelte plaats om zo reclame te maken voor deze blog? Groeten Hans.