Cliënt
In de hulpverlening heeft men al een paar jaar geleden te kiezen voor marktwerking en we hebben gezien waar dat toe leidt: ziekenhuizen sluiten, enorme druk op personeel en onvrede alom. Nu met de coronapandemie komen we erachter dat we dat eigenlijk niet zo goed aankunnen: geen voorraadvorming, geen genoeg plaatsen, enzovoort. We horen en lezen dat elke dag via de media. Het heeft met ons denken te maken, want de bewoners van een verzorgingshuis worden cliënten genoemd, terwijl ze gewoon Jan, Piet, Truus of Henny heten.
Volgens mij moeten we van dat cliëntgedoe af, want het maakt een hulpvrager, bewoner en iedereen die om hulp vraagt tot een voorwerp. Als je haar of hem als medemens ziet en niet als een voorwerp kom je al dichterbij een menselijke maat. Toch is het een onchristelijke benaming, want je neemt iemand zijn naam af en die maakt je identiteit.
Dus die marktwerking gaat over een product en dat is zorg juist niet. Natuurlijk moet je kijken of die zorg niet te duur is en ook goed gebeurt, maar als hulpvrager ben je zeker geen klant. Als klant ga je naar de winkel en koop je shampoo en ga je niet de deur uit met olijfolie of haarlak. Iedereen vindt dat logisch. Als je een hulpvraag hebt, kun je niet kiezen in de behandeling en in je behandelaars, behalve als je geld hebt. Dat is slechts een kleine groep. Ook niet wat ze doen in hun behandeling; je bent afhankelijk. Gelukkig is de dokter geen halfgod meer, maar toch hebben ze veel macht.
En niet alle behandelaars zijn objectief, want ik weet dat sommige maatschappelijke opleidingen beginnen met je geloof af te kraken. Dat is mij ook overkomen, want geloof maakt je conservatief, geeft je een verkeerd normen- en waardenpatroon en daar moet je snel vanaf. Als je er een andere mening op nahoudt, ligt dat moeilijk. Dus als zo’n behandelaar het zo ziet, dan gebeurt het en dat is niet uitgaan van de mensen die voor je zitten.
Het vooroordeel binnen de hulpverlening is soms nog groter dan bij de hulpvrager. Men gaat ervan uit dat het zo is en je moet wel gemotiveerd worden. Ik sprak een hulpverlener die zei dat hun behandeling tegen alcoholverslaving goed was. Ik had daar mijn twijfels over, want er was vijf procent van de alcohol af en tien procent zat zwaar aan de medicijnen (dus op een andere manier verslaafd). Ik was daar niet enthousiast over en vroeg me af wat er met die andere 85 procent gebeurde. Die waren niet gemotiveerd en toch was het een goede therapie.
Diagnoses stellen is niet zo moeilijk, maar wat doe je eraan? Je bent niet een klant, je bent een mens die geen pak geld meeneemt, maar om zorg vraagt. Ik heb wel ontdekt: hoe groter het pak geld in de vorm van PBG of anderszins, hoe gemakkelijker het is en daar moeten we snel vanaf, want we verkopen geen pakje boter. Ik weet dat vele zorgverleners hetzelfde erover denken, maar de managers in de zorg zitten met een andere gedachte, dus werk aan de zorg en niet aan de winkel.