Drank
Als je officier van het Leger des Heils bent, dan kom je nogal wat drank tegen en ook wat het met je doet en dat is soms bijzonder. Toen we pas officier waren, werden we rond tien uur ’s avonds gebeld, want een man had problemen met een dronken vrouw. Pas uit de opleidingsschool, dus een beetje ontheemd nog in de samenleving, trapte ik erin. Ik ging ernaartoe en een vrouw zat dronken bij een potkachel. Ik praatte met haar, maar op een bepaald moment begon het te sissen, want ze pieste de kachel onder en het begon ook behoorlijk te stinken. Vervolgens viel ze in slaap en ik ging naar haar vriend.
Hij wilde mij vervolgens een Mini Coopertje zonder remmen aansmeren. Dat ging niet door, want ik kan niet autorijden. Hij klaagde dat zijn buren niet aardig voor hem waren, maar zijn muziek stond op dat moment behoorlijk hard aan. Toen probeerde hij me een 500 cc motor te verkopen. Hij trapte de motor aan en er kwam een heleboel rook en een lawaai vanaf, dat wil je niet weten. Ik stikte bijna van de rook en het was inmiddels zo’n twaalf uur ’s nachts. Er kwam een heleboel lawaai buiten, want meer mensen hadden het gehoord. Hij was zo wijs om de motor uit te zetten, want sommige mensen waren op de deur aan het rammen. Ik kwam om twee uur ’s nachts thuis, want ik heb moeten praten als Brugman om alles rustig te krijgen. De vrouw sliep lekker door.
Op een morgen kwam een man bij mij aan de deur. Hij zag er ongeslapen uit en de drank had behoorlijk huisgehouden in zijn hoofd en keel. Hij vroeg of ik hem een accordeon kon bezorgen, want zijn accordeon was door zijn buurman kapot getrokken. Elke avond dronk hij samen met zijn vrouw flink veel bier en rond middernacht kregen ze dan ruzie. Hij ging zijn vrouw dan pesten door midden in de nacht vals te spelen op de accordeon. De buurman had hem al een paar keer gewaarschuwd, want hij moest om vijf uur zijn bed uit om te gaan werken. Hij liep die avond via de achterdeur naar binnen, pakte de accordeon en de dronken buurman had toen twee delen. Ik heb hem geen nieuwe accordeon bezorgd.
Op een bepaald moment kwam er een man die zo dronken was dat hij van zijn fiets af viel. Hij vond dat fietsen ook maar niks, want hij mocht geen autorijden. Zijn rijbewijs was afgepakt en hij vond dat ik wel kon regelen dat hij dat rijbewijs terug kreeg. Fiets aan de kant gezet en hij mee naar de samenkomst, want ik kon hem nog niet thuisbrengen. Tijdens de samenkomst was hij aanwezig en plaatste steeds de opmerking ‘Goede soep’. Als je drank ophebt, dan moet je snel naar de wc. Dus hij moest ook en riep luidkeels dat hij moest pissen. Ik haalde hem op, want onze wc was achter de zaal. Hij wankelde zo dat hij voor de zondaarsbank onderuit kwam te liggen. Opnieuw ‘Goede soep’ en ik met hem naar de wc. Dat ging ook niet goed, want hij kon niet meer mikken en wilde niet op de pot gaan zitten. Wij gooiden hem in een auto en brachten hem snel thuis. Hij beloofde ons voor de hulp een aantal kippen die wij overigens nooit hebben gehad. Hij kwam thuis en zijn vrouw wachtte hem op met, echt waar, een deegroller.
Op een dag werd ik opgebeld door de politie of ik kleding had, dus ik naar het bureau. De kledingmaten had ik doorgekregen, dus het was allemaal geregeld. Ik kwam op het bureau en daar zat een man nuchter op het bureau. Hij had een dag eerder gedronken en als hij dronk, dan hoorde hij stemmen dat hij zijn kleding moest verbranden. Hij zat toen op het station met een paar graden vorst in zijn blootje. Daarom zat hij op het bureau. Hij trok zijn kleren aan en vertrok. Vervolgens ben ik nog twee keer op het bureau geweest, want hij dronk en verbrandde de kleding weer in de prullenbak op het station. De derde keer hebben ze hem meegenomen naar Etten-Leur naar de psychiatrische kliniek.