Bij God is alles mogelijk, en in Suriname

3 december 2020 2 Door W. Koskamp

Bovenstaande uitdrukking hoorde ik van Surinamers, want er gebeuren soms heel leuke dingen en je staat voor verrassingen. Deze keer wil ik het hebben over begrafenissen. Mijn collega had mij al verteld dat het niet zo verstandig is om een wit uniform aan te trekken bij begrafenissen, zoals vaak op mooie plaatjes afgebeeld staat. Bij de eerste de beste begrafenis kwam ik daar achter. Het had geregend en onderin het graf lag water. Aangezien de kist altijd zakt en naar beneden ploft, omdat ze geen lift hebben, maar een flink touw, valt de kist naar beneden en spuit het water flink omhoog. Ik was er wel op verdacht, maar moest even apart gaan staan. Toch viel ik van de hoge berg naar beneden in een droge sloot. Ik kroop weer naar boven en was behoorlijk smerig. Maar ik ging door met de plechtigheid en familie en andere mensen deden of er niets gebeurd was. De volgende keer ging ik toch iets anders staan.

Toen ik pas in Suriname was, kwam er een vrouw op ons erf en zij vroeg of ik de begrafenis van haar vrijgezelle broer wilde doen. Haar broer was lid van een christelijk koor, maar zijn dominee wilde hem niet begraven. Ik vroeg niet door (maar had dat beter wel kunnen doen), want in principe begraaf ik iedereen; ik zie het als een kans om het evangelie te prediken. De begrafenis begon en ik zag de zuster steeds op en neer lopen. Deze man was vrijgezel, maar had drie minnaressen. Die waren jaloers op elkaar en dan moet jij proberen om de lieve vrede te bewaren en toch een waardig afscheid aan die man te geven. Ik kan zeggen, dat viel niet mee, ze waren niet erg gemakkelijk.

Een andere keer had ik een begrafenis en dat liep perfect, maar toen ik terugkwam in de aula, kwam de uitvaartleider naar mij toe. Het had heel hard geregend en de volgende uitvaart was al gepland. Alles en iedereen was er, behalve de dominee. De uitvaartleider vroeg of ik het wilde doen, want de dominee zat vermoedelijk ergens vast; het hele verkeer zat ook vast. De volgende uitvaart stond ook al klaar. Ik had een programma en kon dus een waardig afscheid verzorgen. Ik kwam weer terug in de aula en de volgende uitvaart was al binnen gereden. In Suriname krijg je altijd geld van de familie naar draagkracht, dus de familie betaalde mij uit. De uitvaartleider vroeg of ik ook nummer drie wilde doen, maar gelukkig kwam de dominee van de tweede uitvaart net aanlopen en ik wilde het geld aan hem geven. Hij gaf aan dat ik het werk had gedaan, dus het geld was voor het Leger. Hij ging de derde uitvaart wel doen, want die dominee was er niet. Ik ging weg en zag de derde dominee net aan komen lopen. Ze zullen het wel hebben opgelost.

Het was twee november en er was een enorme inflatie. De Surinaamse munt daalde enorm snel. Ik had een begrafenis en dan zing je liederen en loop je om de kist heen. Dat ging prima, maar er waren geen dragers te zien. Zelf de kist naar het graf brengen was geen optie, want de familie en anderen waren op leeftijd. Ik liet de mensen zingen en ging naar achteren en daar zag ik de dragers; die waren in staking. Ze wilden meer geld hebben en waren aan het onderhandelen en zouden wel komen als de onderhandeling af was gelopen. Dus wij weer zingen en we zongen: Blijf bij mij, Heer en Veilig in Jezus’ armen (zeven coupletten). Ik wist niet dat deze liederen zo lang waren. Toen toch maar weer eens gaan kijken of de onderhandelingen al afgelopen waren. Nog even en toen kwamen ze en ze wilden het even goedmaken. Dus er werd gezongen, om de kist gelopen en al met al heb ik nooit zo’n lange begrafenis gehad.

Je vergeet dat nooit meer…

Deel deze pagina