Pensionering (2)

1 april 2021 0 Door W. Koskamp

Mijn eerste contact met werk was vakantiewerk. Ik was geslaagd voor de ulo en was in mei al vrij. Ik werd aangenomen in de verpleging in Brinkgreven in Deventer en kon daar terecht in januari voor de opleiding. Ik was ondertussen ook aangenomen in Wolfheze en op Groot Graffel in Warnsveld. Dat waren nog eens tijden, want je kon kiezen wat je maar wilde. Helaas begon alles pas in januari, dus ik had een hele lange vakantie. Mijn grote broer zorgde voor werk bij Schut in Eerbeek. Hij was daar machinevoeder van verschillende soorten machines, zoals een flexodrukpers. Ik kwam te werken bij de zakkenplakkersmachine. Ik mocht nog geen ploegendiensten draaien, maar ik begon om zeven uur tot een uur of vier. Mijn werk was zakken opstoten (zakken bij vijftig uit de machine pakken en wegzetten), de lijm aanvullen en de inktbakken schoonmaken en vullen.

Er ging een wereld voor mij open als zestienjarige jongen. Ik had iemand bij mij staan; die dronk wel vier pakken melk, at twee pakken yoghurt en liet de machine als een gek draaien. Meer dan 2000 zakken per minuut. Elke keer brak het papier en moest er gelijmd worden en papier uit de machine worden gehaald. Later op de dag kwam er een Turkse gastarbeider, Ali, want zo stelde hij zich voor. Hij zette de machine op 1200 en we draaiden continu door en aan het eind hadden we meer dan onze harde werker en minder papierafval.  Ik leerde voor het eerst wat Turkse broodjes waren en Ali gaf ze aan mij. Mijn mond vloog ervan in brand, want het was zo sterk en ik was dat niet gewend. Alleen macaroni als buitenlands eten was voor mij bekend.

We hadden ook net bij ons in de Hoflaan een Chinees restaurant gekregen, maar Ali’s broodjes waren van een andere orde. Ik heb mij niet laten kennen en at de volgende dag opnieuw zo’n broodje, want hij had het speciaal voor mij klaargemaakt. Ik pikte wel zijn pepers eruit, maar ze waren dan alsnog erg sterk. De tranen sprongen in mijn ogen en Ali maar lachen. Er kwam een einde aan mijn werk, omdat ik in het zwembad stoeide en dat had een flinke bovenarmbreuk als gevolg. Ik kwam in een heupzwaai terecht en de splinters kwamen door mijn vel. Gevolg: ik kwam een dikke zes weken in het ziekenhuis te liggen, daarna gips en daarna fysiotherapie. Daar komt nog een verhaal over. Ik werd echter nog steeds uitbetaald, want op het werk was er een vakbondsman die regelde dat ik ziektegeld kreeg. Schut was een goede werkgever en betaalde mij keurig uit tot aan januari, toen ik begon met de preklinische opleiding in Brinkgreven.

Deel deze pagina