RMS
Indië verloren, rampspoed geboren, zei mijn oma altijd. Dan bedoelde zij dat we niet zonder deze kolonie konden. Daarom vocht men na de oorlog zo’n vier jaar om Indië te behouden, nadat Indonesië zich onafhankelijk had verklaard. Een bij voorbaat verloren oorlog, maar dat zagen de Nederlanders niet. Het had anders kunnen lopen als men het akkoord van Linggadjati in 1947 had aanvaard. Nederland verloor en had veel frustratie na die tijd en regelde het niet bijster goed. Vele Nederlanders kwamen toen naar Nederland terug.
In de Zuid-Molukken wilde men een onafhankelijke staat, maar Indonesië wilde dat niet. Het gevolg was dat er een groot probleem was: 12.500 Zuid-Molukkers, en hun gezinnen, die gediend hadden in de KNIL en gevochten hadden aan de Nederlandse kant. Zij kregen een dienstbevel om naar Nederland te gaan en werden daar gewoon ontslagen uit hun dienst. In Engeland had men ook Indiërs in hun koloniale legers, maar die werden gewoon opgenomen in een hun eigen leger. Het is nu nog niet opgelost en daarin schiet de Nederlandse staat tekort.
Toen wij in Tiel woonden, werden wij met het diepe verdriet geconfronteerd binnen de Molukse wijk. De eerste generatie was vanwege hun ijzeren discipline rustig, maar leed in stilte en soms merkte je ook dat de frustratie naar boven kwam. Omdat ik er weinig vanaf wist in die tijd, verdiepte ik mij erin. Ik wist eigenlijk alleen iets over de tweede generatie, die van de kapingen. Dat ging over de RMS (Republiek der Zuid-Molukken), want zij wilden dat Nederland actief hielp bij deze onafhankelijkheid. Dat heeft tot nu toe nog geen enkele Nederlandse regering gedaan. Pleisters zijn er geplakt, maar de wonden zijn er nog steeds.
Wat kun je als buitenstaander die geen Indische roots heeft en ook de oorlog niet heeft meegemaakt? Ik luisterde naar de verhalen en die vertelden de oudere Molukkers soms wel, omdat ik luitenant was. Een geestelijke doet het erg goed in de Molukse gemeenschap. Als er een feest was, dan kreeg ik een ereplaats en het respect dat ik als jonge man kreeg van oudere Molukkers, was geweldig. Ik moest daar erg aan wennen. Ik besteedde ook aandacht aan de belangrijke dagen van de Molukkers: aan 12 april de executie van Soumokil (president van de RMS) en 25 april de proclamatie van de RMS. Soms snap ik het niet dat je mensen zo in de steek laat. Ik ben totaal niet militair ingesteld, maar als je denkt een leger te moeten hebben, zorg dan voor de manschappen. Ik denk dat Nederland te veel heeft geprobeerd te behouden in Indië wat ze daar hadden, maar dat was grotendeels niet haalbaar. Je veegt niet zomaar 350 jaar kolonie.
Ik hoop op een vorm van genoegdoening die de wonden echt heelt, want ‘de tijd heelt de wonden’ gaat niet op. Nu is er na 70 jaar ballingschap nog steeds veel pijn. De hoop op een vrij land zal blijven, want andere volken zoals de Joden hebben ook lang gewacht op hun vrije staat. Je doodt niet zomaar een verlangen dat diep in een mens zit. Ik hoor nog steeds de verhalen in mijn hoofd en zie de gezichten van deze mensen en het doet mij pijn. Ik schrijf ze niet op, want zij zijn te pijnlijk. Dat moeten ze zelf wereldkundig maken en ik hoop dat ze dat meer en meer gaan doen.