Limburg (liften)
Toen ik achttien jaar was, ging ik voor een paar jaar uit de verpleging, want ik voelde mij toch te jong voor de psychiatrie. Ik moest enorm aan mijzelf werken en zag veel om mij heen gebeuren: collega’s die zelfmoordpogingen deden, ik kwam in de blowcultuur, plus het vele leren. Ik besloot weg te gaan en ging werken in de dak- en thuislozenwereld in de Boschstraat in Maastricht. Ik woonde op een kamer boven in het voormalige huis van Regout (niet erg geliefd als baas vanwege hard werken en kinderarbeid). Het was goed dat het Leger des Heils er zat, want dat was beter dan Regout volgens vele Maastrichtenaren.
Geld verdiende ik niet veel, dus ik besloot met mijn brommer naar huis te rijden in Dieren. Alleen mijn brommer stopte in het Geuldal, want de heuvels in Zuid-Limburg waren te veel en de hele motor liep vast. Einde brommer. Later heb ik een andere gekocht met voetversnelling. Ik ging met de trein, maar dat kostte mij te veel, dus ik ging liften. Als ik naar huis ging, ging ik naar Stadion de Geusselt en daar kon je gemakkelijk wegkomen en meestal was je net zo snel thuis als met de trein. Je stapte in auto’s vol met blowende jongens; kleine Fiatjes, waar je opgevouwen in zat en ook een keer in een busje. De chauffeur zei tegen mij dat ik meekon naar Weert en dan door naar ’s-Hertogenbosch. Dat was prima, want dan kon je Eindhoven mijden; daar kwam je in die tijd niet gemakkelijk weg. Ik moest alleen hem even helpen met zijn lading lossen in Weert. Ik was zo stom om hem niet te vragen wat de lading was. Het waren tuintegels, dus het was een behoorlijke klus.
Op een dag was ik weer aan het liften. Toen kwam er een Amerikaan (met Nederlandse roots) langs met een Amerikaanse auto, Pacer. Deze auto had een open kap van glas, dus je keek vanaf je benen zo de straat op. Hij had deze auto gehuurd bij American Rent a Car. Hij vroeg of ik een paspoort had, want hij ging door Duitsland. Die had ik wel en hij moest naar Deventer. Dus het leek allemaal prima, totdat hij ging rijden. Max Verstappen was er niets bij, want met een gang van 250 tot 300 kilometer denderde hij Duitsland in en uit en ik was thuis in een mum van tijd. Ik ben niet zo bang aangelegd, maar dit vond ik toch op zijn zachts gezegd niet prettig.
Een andere keer reed ik in een auto mee die 120 kilometer en soms 140 kilometer per uur reed, maar deze auto rammelde dan zodanig dat ik dacht dat hij uit elkaar ging vallen. Ik had daar slechte ervaringen mee, want mijn vrienden reden met auto’s waar de deur (een besteleend) eruit viel. Van de snelweg af (oprit af, oprit op) en dan de deur opscharrelen en er weer inhangen. In een Mini Cooper zitten waar alleen de handrem het deed, dus optrekken en op de motor remmen tot het verkeerslicht. Dus liften is een hele belevenis en ik zag het gevaar niet, want velen deden het met mij en als je een meisje bij je had, dan was je vaak zo weg. Soms wilde de chauffeur alleen het meisje, maar dat wilden de meisjes niet, want ze liftten bewust met een jongen. Soms kende ik het meisje niet eens, maar je werd dan gebombardeerd als beschermer.