Opsporing
Veel mensen weten niet dat het Leger des Heils wereldwijd mensen opspoort en daar heb je als korpsofficier mee te maken. Je brengt zelf een verzoek in of er wordt aan jou gevraagd om iemand op te sporen. Dat is mij verschillende malen overkomen. Ik kreeg een verzoek om een Schotse man op te sporen en dat viel niet mee, want hij had een algemene naam, dus na vier keer mis, was het daarna raak. Het was een vrijgezelle man die elke keer vergat om zijn moeder te vertellen waar hij in Nederland zat. Een paar jaar later kon ik weer opnieuw aan de slag, want hij was het weer vergeten.
Ik was ook een keer bij iemand op huisbezoek en daar kwam een jonge vrouw die haar vader al lang niet meer had gezien. Haar moeder verbrandde zijn brieven en zei dat hij toch geen contact met haar wilde hebben. Zelf was zij inmiddels moeder geworden en kwam er na een daverende ruzie achter dat haar moeder haar voorgelogen had. Haar vader was schilder in Duitsland en ik nam contact op met de korpsofficier van die plaats. Tot mijn verbazing kende hij de vader en kende ook het verhaal dat hij niets terughoorde. Het contact was vrij snel geregeld. Zo gaat het lang niet altijd, want ik heb twee keer iemand opgespoord bij wie de autoriteiten mij tegenhielden. Ik denk dat dit niet meer kan in deze tijd, dus dan had ik er wel werk van gemaakt.
Ik vond een kind in een GGZ-inrichting en dat kind was uit een verkrachting geboren en bij de geboorte afgenomen. Het kind leefde nog, maar moeder en kind werden niet herenigd. Ik kwam een vrouw tegen die mij vertelde dat ze een kind had en dat de bevalling dusdanig erg was dat ze haar baarmoeder kwijtraakte. Ze werd ouder en verlangde naar het kind dat bij de geboorte was weggenomen. We vonden vrij gemakkelijk het kind en omdat we het adres wilden nakijken, ging iemand voor mij naar dat adres (ook een tehuis). Een paar dagen later belde die man mij op en zei: ‘William, wil je even hier komen?’ Ik kwam binnen in dat kantoor. Er kwam een vrouw met een opgestoken vinger naar mij toe en vertelde mij op te houden met het zoeken. Er stonden toen nog twee mannen in het kantoor. Ik mocht niet meer doorgaan met mijn onderzoek, want zij waren van de Binnenlandse Veiligheidsdienst. Ze wisten alles van mij; dat ik dienstweigeraar was en over mijn beroepsleven. Dus toen al werd je genoteerd bij volgens de overheid afwijkend gedrag.
Het meisje dat gevonden was, kwam uit een verkrachting met heel veel geweld. Vier studenten hadden haar met zo veel geweld beschadigd blijvend letsel toegebracht. Deze studenten kwam uit hogere kringen, dus vandaar dat de BVD in greep. Soms denk ik wel eens; zou ik er toch werk gaan maken, omdat de wet veranderd is. Maar dan zal ik toch de moeder moeten opsporen, want ik weet niet meer waar ze woont. In deze tijd had dit gelukkig niet meer mogelijk geweest en was het opgelost.