Voedsel

9 september 2021 0 Door W. Koskamp

In de loop van de jaren is ons hele voedingspatroon gewijzigd en ook wat we aangeboden krijgen is veranderd. Onder invloed van nieuwe bevolkingsgroepen kwam er ander eten. Ik had vroeger een vriendje uit Papoea-Nieuw-Guinea, Johnny, en mocht een keer met hem mee om te eten. Ik weet niet meer wat ik gegeten heb, maar zijn moeder kon er wat van, dus ik zat helemaal vol toen ik thuiskwam.

In Tiel hadden wij in ons korps Zuid-Molukse heilssoldaten en dat was ook geweldig. Dat betekende Indische frikandellen, lemper en loempia’s bij feesten, maar ook rond een uur of vier kreeg ik wel eens wat. Dan at ik thuis weinig, dus dat vond mijn Beppie niet helemaal goed. In Den Haag heeft men ook een Indische cultuur en dan moet je ook uitkijken wat je eet. Vroeger in Dieren had je een frietboer en die had patat met mayonaise en piccalilly, en dat was alles. Later kwam de ketchup. Hij had ook iets bijzonders en dat waren zijn kroketten die geweldig van smaak waren. Zijn vrouw bakte alles en hij zat aan een mica-tafeltje en draaide allerlei kroketten (goulash, kalf, rund enz.). Nu hebben we een snackbar in Nieuw-Weerdinge die dat doet en hij bakt ook veel viskroketten; dat is vergelijkbaar met Surinaamse visballetjes. De frietboer in Dieren kreeg de Chinees als concurrent, die in mijn tienerjaren zich vestigde in Dieren en die vonden wij ook wel wat.

Ik heb zelf nog meegemaakt dat ik voor het eerst macaroni met ham en kaas ging eten, want er kwamen Italiaanse gastarbeiders in ons dorp wonen. Conny Froboess zong in die tijd ‘Zwei kleine Italieners die träumen von Napoli’. Dat stimuleerde best wel en later kwamen de pizza’s die heerlijk waren. Turkse pizza’s vind ik niet zo lekker, maar al die andere vleesgerechten vanuit de Middellandse Zee (shoarma bij de Israëliet, gyros bij de Griek en kebab bij de Turk) is wel aan mij besteed. En gewone traditionele kost lust ik ook best wel, maar deze afwisseling staat mij wel aan.

In Suriname heb ik geleerd om kousenband, roti en allerlei andere groenten te eten. Pom is iets wat ik geweldig lekker vind, dus ik vind het een verrijking. In Breda hadden wij een Tamil-vluchteling en hij nodigde ons uit om te komen eten. Hij bakte alles in een stenen oventje en het was me toch een partij scherp, dus sindsdien kijk ik wel eerst wat erin gaat of ik vraag even naar de scherpte van het gerecht. Ik ben ook wel eens onbevangen, dus ik kijk niet en eet. Wij hadden een vluchtelingen echtpaar geholpen en zij gaven ons eten. Dat waren ongegiste deegrollen en ik at behoorlijk, maar dan begint het te gisten in je maag. Ik heb een hele dag niet meer gegeten.

Nu zitten we weer in een hausse van mensen die geen vlees willen eten en die je een schuldcomplex willen aanpraten omdat jij wel vlees en/of vis eet. Ik vind dat eten ook best wel lekker, maar het moet niet zo zijn dat het bijna een religie wordt. Het kan een onderdeel van de religie zijn, maar niet de religie zelf. Toch blijf ik blij met al die nieuwe recepten, want er zijn er nog veel meer. Er staan een hoop bak- en kookboeken in de boekhandel en in de kringloop staat ook genoeg.

Deel deze pagina