Kerst – nieuwjaar
Als ik dit schrijf, staat de kerstboom net een dag in ons huis. Ik ben niet zo’n grote kerstvierder, maar de kerstboom vind ik mooi en wij hebben daar altijd een kerststal voor staan. ’s Morgensvroeg ga ik naar beneden en dan doe ik eerst de kerstboom aan. Dat geeft een goed gevoel, want als het weer lichter wordt, kan die weer uit.
Er zijn niet zoveel witte kerstmissen meer. De kerstliedjes daarover kun je nog het beste zingen als je boven in de bergen gaat zitten, maar bij ons loopt het geen vaart. In het laatste jaar dat we in Den Haag woonden, hadden wij een witte kerst. Overal lag er sneeuw en veel trams reden niet. De tram op het Lorentzplein vlak bij ons huis was ontspoord en dat komt niet gauw voor. Ik denk dat de trambestuurder een misrekening had gemaakt, want de rails buigen bij het Lorentzplein af om naar Delft door te kunnen rijden. Dat ging niet en de tram heeft daar dagenlang gestaan. Wij hadden in die dagen een kerstdienst in de Wenckebach (een verzorgingshuis in de wijk Laak) en dat was alleen lopend door gladde straten en met veel sneeuw te bereiken. Wij liepen met laarzen aan en tot mijn verbazing waren de meeste heilssoldaten er ook nog. Zelfs een zuster uit Zoetermeer, die kon alleen pas om drie uur weer naar huis, want toen kon ze opgehaald worden bij ons thuis. Een andere zuster had de laarzen aangedaan en was van de andere kant van Den Haag komen lopen. Ik had het haar niet nagedaan. Een witte kerst is prachtig als je binnen kunt blijven, maar anders geeft het wel wat problemen.
Tussen kerst en nieuwjaar is het altijd rustig en mag je als je officier bent allerlei zakelijke dingen gaan regelen. Alles moet voor 15 januari geregeld zijn. In Den Haag hebben ze rond nieuwjaar enkele tradities, zoals kerstbomen rauzen, politie pesten, auto’s in de brand steken en grote feestvuren maken. Er gaan dan heel wat pallets in de brand. In het nieuws zag ik hoe het uit de hand liep in Scheveningen, maar de Haagse gemeente had een plan. Honderdveertig auto’s gingen in de fik en overal waren er feestvuren in de wijk. Het werd te gek. De brandweer bleef blussen. Bij het park aan de rand van de wijk Laak hadden ze een enorm grote brandstapel met allerlei rommel gemaakt, wat niet altijd veilig was. Het werd nagekeken en toen ging de fik erin, rotjes erbij en kijken of de omgeving niet in de brand ging. Veel Laak-bewoners keken toe en wensten elkaar een gelukkig nieuwsjaar. Als je nog niet dronken was, dan kon je wel dronken worden van de goede wensen. Kijk, daar is die vent van het Leger en je kreeg ook alle gelukwensen, een paar vriendelijke stompen op je rug en een adem die niet misstond in een café. Allemaal goed bedoeld, dat wel.
Dus ik kijk terug op mooie jaarwisselingen in Den Haag. Ik denk dat de burgemeester en zijn medewerkers iets anders kijken, want geef je een vinger, dan nemen sommige inwoners de hele hand of zelfs twee handen. Het verhaal over de brandstapels is nog maar zo’n vijftien jaar oud en om nu te praten over een traditie vind ik wel ver gaan. Die illegale brandstapels waren levensgevaarlijk en het in brand steken van auto’s was voor sommige inwoners niet leuk, maar ronduit afschuwelijk. Ik heb geen auto, dus de fiets ging naar binnen en alles wat voor je huis stond, en dan was het zelfs leuk om nieuwjaar te vieren.