Nationale collecte (2)
Er werd altijd beweerd dat je geen goede afspraken kon maken met het Nederlandsch Leger des Heils, maar dat is bij mij niet het geval geweest. Tijdens de Nationale Collecte liepen zij in de gemeente Kerkdriel. Ik had tegen hen gezegd dat als er mensen waren die met ons in contact wilden komen dat zij dat even moesten melden. Het ging meestal om kleding, maar stafkapitein Storm had ook een adres waarover hij zei dat ik daar zeker naartoe moest. Ik ging dus naar Kerkdriel en trof een vrouw aan, die stervende was. Zij was voorheen kadet geweest, maar was uitgetreden toen ze haar man had ontmoet. Ze woonde in Kerkdriel en ging daar naar de kerk. Ze vroeg of ik haar cursusgenoten en een aantal anderen wilde vragen bij haar langs te komen, voordat ze stierf. Dat hebben ze gedaan, en ze hebben met haar gebeden en gezongen voor ze stierf.
We hadden ook een man die met het blad De Stem collecteerde, vanuit Leerdam naar Geldermalsen. Hij had een pet, en droeg een zwart pak en een zwarte overjas. Veel mensen gaven gul aan hem en dat was natuurlijk niet het probleem, maar hij beloofde ook de mensen van alles. Dat ging van een huis leeghalen tot aan kleding ophalen, in dorpjes waar wij nooit kwamen en die ook door Gorinchem werden gecollecteerd. Dus daar werden wij over gebeld en wij wisten van niks. En dan kwamen daar ook nog eens voor enkel een boodschappentasje. Hij beloofde ook een keer een gesprek en dat was een ernstiger zaak. Ik kreeg toen een behoorlijk conflict met de nabestaanden, over de vraag waarom ik niet geweest was. Hun familielid was al gestorven en hij had op mij gewacht. Dat vond ik vreselijk, ondanks dat ik het niet wist. Ik heb toen de evangelische gemeente van deze collectant opgebeld en gevraagd of ze met hun geloofsgenoot wilden praten. Dat hebben ze toen gedaan, maar deze man kon slecht nee zeggen, dus ik kreeg daarna nog wel een of twee keer via zijn evangelische gemeente een verzoek om hulp. De politie heeft ook problemen met hem gehad, want hij collecteerde echt en verkocht zijn blaadjes bijna nooit. Het geld ging overigens wel naar de gemeente en zij deden daar goed werk mee.
In de Betuwe hadden ze een tijdje de zondagskrant en daar hadden verschillende gelovige mensen problemen mee. Het blaadje werd steeds kleiner, want de advertenties werden steeds minder. Er waren kerken die naar hun leden waren gegaan om te zeggen dat ze niet mochten adverteren in die krant. Dan kregen ze geen klanten en die kerken hadden veel leden. Ik kwam bij de uitgever aan de deur, maar die man wilde mij niets geven, want zijn portemonnee was minder vol dan voorheen. Ik heb met hem gesproken en ook gezegd dat ik die actie van de kerken niet zo keurig vond. Dit soort machtsdenken is natuurlijk niet goed, want het maakt mensen toch een beetje geloofsschuw. Hij gaf mij na afloop vijf gulden, want hij zei dat het niet mijn schuld was. Een paar weken later was het krantje ter ziele.