Pindakaas (2)
In ons dorp hadden wij twee kruideniers, die volgens mijn ouders eigenlijk te duur waren. We hadden de IFA aan het eind van het dorp, die ook schriften, autootjes en stripboekjes verkocht en een drogisterij was. Anders redde hij zich niet. Later werd hij beheerder van het dorpshuis en was de winkel weg. In het midden van het dorp zat de Spar en daar kochten wij wel eens wat. Meestal wat we anders niet uit Dieren hadden laten komen. Mijn vader ging vaak vrijdags uit zijn werk bij de Edy (pannenfabriek) naar de Albert Heijn, want daar was het toen helemaal goedkoper. Dat is hem één keer noodlottig geworden, want toen is hij met fiets en al in een bouwput gereden. Hij lag zeven weken in het ziekenhuis, met gekneusde ribben en best veel pijn.
Tegenwoordig brengen bedrijven de boodschappen aan huis; dat gebeurde bij ons toen ook al. In Dieren had je een ViVo-winkel, die leefde van het rondbrengen. Op dinsdag bracht hij het boekje en op vrijdag kwam hij met de boodschappen. Dan was er voor ons een rolletje bis (kleine snoepjes). Hij was goedkoper. Toen kwamen wij in aanraking met Zwanenburg jam, wat je eigenlijk geen jam kon noemen. Het was gelei en zoet als brem, en het gleed van je mes; wat gaf dat een rommel. Maar het was goedkoop, dus moest het maar. We kregen ook pindakaas, met dat laagje olie op de pindakaas. Vervolgens had je keiharde pindakaas, want de olie was op. Een potje beton noemden wij dat. Wij zagen het verschil wel, want onze pensiongasten kregen Calvé en Betuwe Gold. Bovendien hadden zij Venz hagelslag en wij een merkloze hagelslag. Rond oktober was het even feest, want dan aten we de restjes van de pensiongasten op.
Hadden wij het slecht? Dat kan niet zeggen, want mijn vriendjes hadden het net zo thuis. Bij de Spar stond nauwelijks Calvé, maar wel PCD en McMillan’s pindakaas in de schappen. We waren het gewend en elk arbeidersgezin had ermee te maken. Na onze verhuizing naar Dieren werd het beter, want de welvaart groeide en er kwamen betere producten op tafel. Toen werd er plotseling een cash-en-carry-winkel geopend in een boerenschuur in de Spoorstraat, en werd alles even iets anders. Die was lekker goedkoop. Wij noemden het al snel cash-en-rotzooi, want de producten waren niet geweldig. Mijn moeder kocht daar Kluit margarine. Volgens haar was dat goed spul, want het kwam uit Weesp of Muiden en daar had zij gewoond. Ik kan je zeggen dat ik het smerig vond. Ik dacht eerst, het lijkt wel of de muizen eraan hebben gezeten. Ik smeerde het dus niet op mijn boterham en de margarine kwam maar niet op, want mijn moeder had meerdere pakjes gekocht. Het was lekker zuinig, maar na de eerste aankoop was het er niet meer. Zo ging het met meer artikelen uit die winkel. Je wist wel waarom het goedkoop was, want ook de waspoeder was niet geweldig. Gelukkig hadden we het na die tijd beter en was er in Dieren keus uit de Coop, Albert Heijn en ViVo.