Oude kleding – Tiel (1)

29 juni 2023 0 Door W. Koskamp

De eerste plaats waar wij als korpsofficier gingen werken, was Tiel. Daar kregen we als korps best wel veel oude kleding binnen. De Rotaryclub uit Tiel had aan onze voorganger een Volkswagenbus gegeven, want dat was onder andere handig om mensen op te halen, voor de strijdkreetverkoop en voor de kledinginzameling. Alleen waren ze op het Hoofdkwartier even vergeten dat wij niet kunnen autorijden; ik heb namelijk te slechte ogen. Ik moest dus steeds weer andere chauffeurs opscharrelen, wat lang niet altijd goed ging. Totdat ik een Molukse broeder en wat andere nieuwe mensen in het korps kreeg, die hier uitstekend voor geschikt waren. Ik had helemaal geen verstand van auto’s, maar leerde snel bij. De startmotor gaf in de winter vaak problemen, want die hing onder de bus. Onze benzine werd vaak gestolen, dus daar kwam een slot op. Ik weet wat slippende koppelingen doen. Ik kreeg verstand van grote beurten, kleine beurten, winter- en zomerbanden, de grootte van banden, etc. Dus na Tiel konden garages mij niet veel meer wijsmaken. Ik heb zelfs monteurs aangesproken op het feit dat ze stiekem met onze bus hadden gereden en vervolgens hadden geknoeid met de kilometertelling.

We kregen in Tiel ook veel rommel aangeboden, zoals van Wehkamp. Daar hadden ze een magazijn in Maurik voor teruggestuurde spullen, maar dat was veelal rotzooi. Ook kregen we wel eens spullen van de douane. Wij tekenden alleen voor wat we kregen. Ze wilden er namelijk nog wel eens wat meer op zetten. Daar trapte ik niet in, want dan verdween het ergens anders heen en waren wij verantwoordelijk ervoor. Dat viel bij sommige medewerkers niet in goede aarde, maar wel bij hun baas.

Op een bepaald moment mochten wij ook de kleding van een marktkoopman ophalen. Het was niet zo veel, maar de schuur lag helemaal vol, want hij had tientallen jaren verzameld. Er kon niks meer bij. Wij hadden hier twee dagen werk aan, maar waren er toch erg blij mee, want wij hadden niet veel geld in Tiel. Dankzij de kledinginzameling kwamen wij namelijk uit de rode cijfers. We hadden ook goede hulp aan een familie die voorheen op het woonwagenkamp had gewoond. Zij waren nu burgers geworden en geen reizigers meer. Wij hoefden niets te controleren, want er waren ook altijd sorteerders bij. Er werd niets meegenomen en als ze wat vonden, dan werd alles altijd netjes afgerekend. Een geweldige familie, met een moeder die lekkere soep maakte. Het waren kleine vrouwen, maar ze reden op de vrachtauto’s van de familie, die verschillende sloopbedrijven had. Ze hadden in de vrachtauto wel een kussen nodig, anders zag je hun hoofden niet boven het raam uit. Ze gingen naar de pinkstergemeente of de rooms-katholieke kerk, maar waren altijd bereid ons te helpen. Zij hebben er eigenlijk wel voor gezorgd dat wij als korps konden draaien.

Deel deze pagina