Kleuterjaren (3)
Op een gegeven moment komt de tijd dat je als kind naar school toe moet. Dat gebeurde bij mij pas toen ik vijf jaar was, want toen opende men een kleuterschool bij de watermolen naast het huis van Willy Wijnen. Het was een fijn lokaal met een mooie tuin. Ik was te speels, maar de juffrouw was gelukkig dol op mij. Ik kreeg toen al te horen ‘Kossie heeft verkering met de juffrouw, want hij mag alles’. Ik had natuurlijk geen verkering met haar, maar ik mocht wel heel veel. Het was een dikke kilometer lopen voorbij de lagere school, want wij woonden richting Eerbeek en de school met een prachtig waterrad was richting Dieren. Nog iets verder was een Indisch pension dat ik erg fascinerend vond, want de hal stond vol met spullen uit IndiĆ« en dat was voor mij een aparte wereld. Oudere dames in sarongs liepen daar rond, en ook daar kreeg ik lekker eten toegestopt. Voor het eerst in mijn leven hoorde ik daar krontjongmuziek.
Ik kwam altijd van alles tegen richting school en ook op de terugweg. Ik ben een dromer en toen ook al. Onderweg had je Johnny de pony, smid Blankespoor, kruidenier Koetsier, mevrouw Bal, de boerenbond, het ‘Stop een tijger in je tank’-tankstation en voordat ik naar huis ging, ging ik nog even naar het spoor, want daar was het Indisch pension. Kortom, ik kwam heel vaak te laat, wat thuis problemen gaf, maar ook op de kleuterschool. De juffrouw had een oplossing zeer pedagogisch bedacht. Ik kreeg een begeleider, want geen enkel kind werd toen naar school gebracht (hoogstens de eerste dag). Trudy Groen wandelde met mij mee en nam mij bij de hand, en toen was ik op tijd op school. Ik mocht niet meer loslopen. Iedere ochtend wachtte Trudy op mij, wat mij geweldig hielp. ‘Kossie heeft een meissie’, werd er geroepen. Ik weet niet of Trudy het erg vond, maar zij bleef mijn hand vasthouden. Ik ging niet naar haar huis toe, want zij hadden een Duitse herder. Die blafte behoorlijk en ik was wel eens door een andere hond gebeten, dus deze hond hield ik op afstand. Ik werd na een tijdje het geroep over Trudy en mij zat, dus toen ik vanaf dat moment alleen op pad ging, kwam ik ook redelijk op tijd aan op school en thuis, zo zonder Trudy.
Een ander probleem waren de kinderziekten; in een halfjaar tijd kreeg ik allerlei ziekten. Het begon met de bof en ik vond toen dat ik niet bofte. De vierde en vijfde ziekte kan ik me nog herinneren; toen wilde ik niet naar school. School betekende voor mij ziek worden en ik wilde spelen. Ik was veel te speels en eigenlijk niet schoolrijp. Maar dankzij mijn kleuterjuf heb ik een goede tijd gehad. Ik weet niet meer hoe ze heette, maar ik zie haar nog heel goed voor mij. Laatst zag ik een zangeres uit Duitsland (Conny Froboess) in een jurkje uit de jaren zestig staan; zo zag mijn juffrouw er ook uit. Mijn lagereschooljuffrouw ken ik wel bij naam: juffrouw De Weerd. Zij was ook een fijne juffrouw, en mijn kleuterjuf en zij waren volgens mij vriendinnen. Volgens mij hielden ze mij samen in de gaten op een liefdevolle manier, want op de lagere school ging het niet zo geweldig, maar dat kunt u lezen in mijn blog ‘Lagere school’ die ik vorig jaar heb geplaatst.