Misdaad (5)

12 januari 2024 0 Door W. Koskamp

Wij hebben best wel wat mensen kunnen helpen, omdat wij altijd iets verder gaan dan normaal. Als luitenant-kolonel (majoor) Bosshardt in de buurt was, ging ik met haar mee. Ze reed toen nog auto (ze kon een heleboel, maar autorijden niet) en ik stond dan doodsangsten uit. Na afloop van de lezing gaf ze mij adressen door van mensen in onze buurt. Eerst had ik het nog niet in de gaten, maar het waren allemaal klanten op de Wallen of vrouwen die in de etalages hadden gezeten. Na een week belde ze mij op of ik al langs die mensen was geweest en vroeg of zij nog op het goede pad zaten. Eigenlijk was dat altijd zo. Sommige vrouwen hadden wel een slecht huwelijk (ze waren dan getrouwd en hadden kinderen met een voormalige klant). Ze woonden vaak in mooie bungalows en waren lovend over de majoor, en gingen vaak naar de kerk. Niet naar het Leger, want ze waren altijd bang om herkend te worden.

Ik kwam zelf een keer op een vrouwenbond met zo’n honderd bezoekers en mocht een lezing verzorgen. Een vrouw van het bestuur stelde allerlei vragen die alleen een insider kon weten. Later vroeg ik aan haar hoe ze aan die vragen kwam. Zij vertelde dat ze jaren had vastgezeten en prostituee was geweest in Amsterdam. Dankzij het Goodwillkorps had ze een nieuw leven gekregen, en runde ze nu een behoorlijke zaak en had een gezin.

Een drugsgebruiker die bij ons vrijwilliger was, heb ik proberen te begeleiden, maar de beste begeleidster kreeg hij doordat hij een relatie kreeg. Hij veranderde zijn leven en begon met haar een eigen zaak; hij had een crimineel verleden en kon niet zo gemakkelijk een baan vinden. Samen hebben we geregeld dat hij al zijn straffen kon uitzitten en dat waren er velen (allemaal kleine, dus geen geweldsdelicten). Zijn zaak staat nog steeds op internet en zijn naam ook. Dus het kan wel.

Toch is de publieke opinie niet mild. Ik kreeg via een van onze buren de vraag of ik zijn zwager wilde helpen. Iedereen in Tiel kende hem vanwege een crimineel verleden, dus hij kon geen werk vinden. Hij was een beetje een goedzak en was meegezogen in de criminaliteit, en had daar oprechte spijt van. Hij werd gek van het thuiszitten, dus hij kwam ons helpen. Op een gegeven moment kreeg ik veel klachten over hem en hij klaagde zelf ook, omdat hij echt slecht behandeld werd. Ik kreeg anonieme briefjes over zijn verleden (wat ik allang wist), maar het korps deed niet moeilijk. De inwoners wilden echter niet dat hij kleding van hen aannam. Hij besloot te stoppen met het vrijwilligerswerk, verkocht zijn huis en ging elders wonen (ik ben hem toen uit het oog verloren). Hij bedankte ons en het korps door een bloemstuk te geven en vertrok als een geslagen hond. Ik denk dat het uiteindelijk met hem wel goed is gekomen. Een volgende misdaadblog zal meer over Breda gaan en ik zal dan iets schrijven over de reclassering.

Deel deze pagina