Reclassering (1)

29 maart 2024 0 Door W. Koskamp

Al vrij vroeg in ons officiersschap kregen we te maken met mensen die met justitie in aanmerking waren gekomen. Het waren over het algemeen mensen die niet zo veel hadden gedaan, maar wel getekend waren, vooral als ze in een kleine plaats woonden. In Tiel raakte ik mijn chauffeur kwijt die graag bij ons wat wilde gaan doen. Hij was veroordeeld en vrij, maar niemand nam hem aan. Hij reed in onze Volkswagenbus rond en kreeg te horen dat hij bekeerd was en minder fraaie opmerkingen. Ik vond het erg jammer, want hij deed zijn vrijwilligerswerk goed. Wij hadden in Tiel ook verschillende mensen bij ons werken van Zuid-Molukse afkomst. Dat lag bij ons gemakkelijk, want ons korps was voor de helft Moluks. Wij hebben nooit gemerkt dat ze stalen of rommelden bij ons. Ze hadden vaak een drugsprobleem. Toch zijn er verschillende van hen goed terechtgekomen.

De meningen in Tiel waren verdeeld, want sommige mensen vonden het geweldig dat ze bij ons werkten en andere vonden het waardeloos. Toch lukte het bij ons goed, omdat ik de verleidingen wegnam. De gemeente had bijvoorbeeld een project waarbij men auto’s bespoot met mooie figuren. Binnen een maand waren alle spullen weg, dus dit verslaafdenproject liep mis. Wij hebben ook wel eens van mensen twee Boeddhabeelden aangeboden gekregen, die een week daarvoor bij een Chinees restaurant waren geplaatst.

Wij hadden aan de Binnenhoek 23 een noodopvang gehuurd van de gemeente. Dat pand zou afgebroken worden. Onze voorganger had dit gehuurd en had kleine contracten gesloten, dus ik kon het niet zomaar beƫindigen. Ik heb langzaam maar zeker iedereen uit dat pand gekregen, want het waren geen lieverdjes. De eerste die eruitging, was het gemakkelijkst, want hij kon bij zijn vriendin terecht. Hij kreeg uitkering en was toch al steeds bij haar. Er zat ook een Chinees echtpaar in de opvang, dat illegaal was en ik heb er alles aan gedaan om ze legaal te krijgen. Toen werd de man kok in een restaurant in Brabant. De vrouw was ondertussen zwanger en het kind werd in de opvang geboren.

Toch kon ik de boel nog niet sluiten, maar ik heb mensen wel tijdelijk opgevangen zonder contract en weer verwijderd als ze niet betaalden of een andere plek hadden. In Tiel was er op dat moment geen andere opvang en bij leegstand was er een gevaar voor kraken, en het kostte ook alleen maar geld. Ik had daar vanaf het begin een jongen uit het woonwagenkamp. Hij was daar niet welkom meer vanwege zijn drankgebruik. Hij ging bij ons weg, omdat hij een eindje verderop in een dronken bui de ruiten bij iemand ingooide. Die mensen bedreigden hem en hij is toen via de politie buiten Tiel geplaatst.

Op een gegeven moment gaf de gemeente te kennen dat het pand zou worden afgebroken. Ze boden ons een nieuw pand aan dat ik heb geweigerd, maar wel heb ik tijdelijk een schoolgebouw voor de kledingwinkel gehuurd. Vlak voor de afbraak waren twee jongens al begonnen en hadden het lood van het dak meegenomen. Ze zaten twee dagen lang als laatsten in het pand. Het probleem was dat andere panden ook zonder lood zaten, waar nog mensen inwoonden. Dat gaf grote consternatie bij de politie. Het argument was dat het toch wel zou worden afgebroken, dus het was niet zo erg. Alleen ging het toen regenen… Ik was blij dat ik de opvang kon sluiten; wettelijk kon het niet eerder. Onze leiders vertelden mij dat ik dit niet had mogen doen, maar dat had ik ook niet gedaan. Wij troffen het aan en zaten vast. Iets starten met de beste bedoelingen is niet altijd een succes.

Deel deze pagina