Ontmoetingen

10 mei 2024 0 Door W. Koskamp

Afgelopen week was ik even naar de streek van mijn kinderjaren. Wij zaten in de trein met een man met vier kleine kinderen. Hij was op weg naar een speeltuin. Hij vertelde dat hij in het weekend in de horeca werkt en zijn vrouw in de zorg. Hun kinderen gaan niet naar de kinderopvang en hij vindt dat erg prettig, om zo zijn kinderen op te voeden. Hij wil niet werken voor de opvang en de opvoeding willen ze samen doen. Hij vindt dat zij hun kinderen niet voor niets hebben gekregen. Dan maar minder geld per maand, maar ook geen jengelende kinderen in de auto naar Frankrijk voor de vakantie. Ik moet zeggen dat hij voldoende aandacht schonk aan zijn kinderen; geen telefoon in de hand. De oudere kinderen hielpen mee om de kinderwagen uit de trein te tillen. Al met al zag ik gelukkige mensen en de kinderen spraken hun vader respectvol aan met papa. Hij vertelde mij dat hun omgeving wel druk op hen uitoefende, maar hij zei dat ze zelf kiezen wat ze willen en dat ze alle stress in deze huidige tijd op deze manier niet hebben.

Mijn tweede ontmoeting had ik in Laag Soeren. Wij stonden voor het pensionbedrijf van mijn ouders, en ik keek naar het huis en zag dat er veel veranderd was. Net toen wij daar stonden, kwam de eigenaar zijn oprit oprijden. Ik vroeg aan hem of ik de tuin mocht zien, waar ik als kind veel gespeeld heb, en dat mocht. We hadden een leuk gesprek. De boomgaard en de moestuin waren veranderd in een tuin, maar de ouderwetse klopstok stond er nog. Ik kon hem vertellen dat niet alles wat hij wist klopte. Naast het pension was een huis gebouwd en hij dacht dat die grond van onze buurman was, maar die grond was van onze ouders. Hij wist ook niet hoe het zat met ons afgebroken achterhuis en over de bezetting van ons huis door de Duitsers tijdens de oorlog met als gevolg dat er allerlei brandstoftanks in de grond zaten. Hij noteerde mijn naam en zei dat hij later nog contact zou opnemen, want hij was lid van de Soerense vereniging. Leuk dat ik dit even allemaal mocht zien.

De derde ontmoeting was op het Callunaplein bij de Albert Heijn. Beppie en Teuni waren even naar binnen om boodschappen te doen en ik zat op een muurtje op de fietsen te passen, die volgeladen waren met spullen. Drie pubermeisjes zaten op een muurtje achter mij een ijsje te eten. Ze giechelden en stelden mij de vraag wat ik ervan vond dat een jongen hun een zoen had gegeven zonder dat zij dat van elkaar wisten. Als zij niet zulke goede vriendinnen waren, dan kon het wel eens afgelopen zijn met hun vriendschap. Door te praten hadden ze dat voorkomen en die jongen kreeg geen zoenen meer. Toen kwam natuurlijk de grote vraag: hoe heeft u dat gedaan in uw leven? Ik vertelde dat ik binnenkort vijftig jaar getrouwd was. Dat wilden zij ook wel, maar dat hoefde niet groots, maar wel bij elkaar. Ze zagen hun leven wel wat anders. Hoe heeft u dat gedaan? Mijn antwoord was: samen, met elkaar praten en elkaar bijstaan als het onprettig is, zoals bij ziekte. Dan zie je of je van elkaar houdt. Zij giechelden niet meer en waren erg blij met het gesprek. Wij reden even later weg, en zij riepen ‘aju’ en zwaaiden. In Drenthe zegt men ‘moi’ en in Gelderland ‘aju’.

Deel deze pagina