Reclassering (4)
In Zaandam hadden onze voorgangers ook taakgestraften rondlopen en hadden ook de nodige ervaring ermee. Hij raadde mij aan geen mensen met een enkelband aan te nemen; dan werd je een soort cipier. Deze taakgestraften waren vaak ernstigere misdadigers dan de mensen die alleen een taakstraf hadden. Wij namen ook geen mensen aan die een seksuele misdrijf hadden gepleegd. Al die mensen met een rugzakje zou te gevaarlijk zijn in ons korps en in ons maatschappelijk werk.
We hadden een jongeman met ADHD die we veel werk alleen lieten doen. Het probleem was dat hij er zo klaar mee was. Hij had in Friesland meegeholpen met de oogst van een wietplantage. Die gasten hadden hem van alles beloofd, waar ze zich uiteindelijk niet aan hielden en lieten hem toen genadeloos vallen in de rechtszaal. Hij kwam met een rotstemming bij ons binnen, maar toen hij zag dat wij hem goed behandelden, deed hij alles voor ons en bleef ook langer dan verplicht was. Hij is later bij een distributiebedrijf gaan werken. Daar kon hij zijn energie goed kwijt. Hij kwam af en toe nog bij ons langs en vertelde dan hoe het met hem ging. Hij deed alles altijd met een grote intensiteit. Hij zag bij ons een keer een Antilliaanse vrouw binnenlopen. Zij was erg knap en hij draafde om haar heen. Zij vond dat wel leuk. Hij maakte haar fiets en hielp haar. Maar helaas voor hem is het niets geworden.
Wij kregen mensen van de gewone reclassering en van de Breiderstichting. Die hadden vaak mensen voor ons, die iets te maken hadden gehad met drugs. We kregen bijvoorbeeld een oudere man binnen zonder strafblad, maar hij was niet zo slim. Hij had de toppen van hasjplanten weggebracht naar de groenvoorziening. Dat viel op, en hij werd opgepakt en kreeg een taakstraf. Bij ons ging hij mee met de bus, en haalde spullen op en ook voedsel bij de Voedselbank. We hebben hem in de schuldsanering gekregen en vervolgens goede kleren gegeven. Hij moest later naar een verzorgingshuis, omdat hij licht dement werd. Hij had een misdaad gepleegd, omdat hij gedwongen werd en geld nodig had omdat hij door familieleden uit zijn huis zou worden gezet. Dus er was meer aan de hand dan die hasjplanten.
Dat is meestal het geval. Wij kregen bijvoorbeeld ook een vrouw binnen die had gereden met drank op en een ongeluk had veroorzaakt. Een jongen van vijftien jaar was aangereden, maar hij liep binnen een dag weer rond. De schadeloosstelling was wel behoorlijk. Zij had wat gedronken, omdat haar man pas overleden was, en achteraf niet zo veel en eigenlijk nog onder de norm. Haar straf was niet meer autorijden tijdens de taakstraf, een schadeloosstelling voor de lichte schade aan de auto en een taakstraf. Zij kon lichamelijk weinig en heeft bij ons dus lichte werkzaamheden verricht. Maar ze knapte ervan op en kwam onder de mensen. Ze is helaas al overleden. Ze kwam bij ons in de samenkomsten, en haar aanwezigheid was constructief en welkom.