Oplossing
Soms denk je de oplossing bedacht te hebben voor een probleem of een werkwijze, maar blijkt dat geen oplossing te zijn. Mijn auto is uit balans, vertelde een man een keer aan mij. Hij ging toen naar een beunhaas die er een stoeptegel ingooide. Wij kregen een keer een heleboel nieuwe en beschadigde boeken van een uitgeverij. Dat vonden wij prima, maar die uitgeverij stond in hartje Amsterdam en ons busje kon daar met allemaal paaltjes niet komen. Een van onze heilssoldaten had de oplossing. Hij kwam regelmatig in Amsterdam met zijn vrachtauto en had een sleuteltje van die paaltjes. Mooi, een goede oplossing, dachten wij, dus wij gingen op weg naar Amsterdam. Maar politieagenten zijn natuurlijk niet gek en zagen ons busje staan. We moesten die sleutel inleveren en mochten blij zijn dat we geen bekeuring kregen. Ik heb nog nooit zo snel een auto volgeladen. En we leverden die sleutel maar in.
Wij hadden vroeger een buurman die zijn heg knipte en de restanten over onze heg gooide. Dat moet je niet doen bij een puberjongen van 14 jaar; die gooide alles weer terug voor wij dat in de gaten hadden. En de buurman was uiteraard boos.
Iedereen weet dat je beter geen twee hanen bij elkaar kunt zetten, want dan krijg je heibel. Een van onze achterburen had een jonge haan gekregen en dacht tijdelijk die haan bij de andere oude haan te kunnen zetten. Hij was inmiddels begonnen met een ander hok. Het gevolg was een enorme herrie vroeg in de ochtend. Wij woonden in een arbeidersbuurt, waar mensen er vroeg uitgingen voor hun werk. Dat ging een paar dagen zo door, totdat wij een briefje in onze brievenbus vonden. De inhoud was: ‘Wie heeft mijn hanen vermoord?’ Het was toen weer rustig in de buurt.
Mijn brommer ging niet zo hard meer. Mijn potje (klein uitlaatje) was dicht geroest. De oplossing, dacht ik, was om er een gaatje in te slaan. Hij reed inderdaad harder en maakte ook erg veel lawaai. Dat hoorde iedereen, dus toen moest ik toch maar een uitlaat kopen.
Biologisch dynamisch is prima, maar niet in de binnenstad van Tiel. Een paar panden verderop van ons gebouw zat een winkel met biologische producten. Ze hadden een achteraf uitgangetje en gooiden daar de restanten van hun groenten en fruit neer. Het stonk heel erg, maar wij hadden daar geen last van. Zij wilden dit gaan composteren. Ik ging naar bed en het leek wel de Kalverstraat in onze dakgoot toen ik naar buiten keek. Flinke doorvoede ratten gingen naar de mestbult vlak naast ons bed. De mestbult verdween daarna naar buiten de stad.
Ons pand was gevaarlijk in Tiel en wij moesten het verbeteren. Wij hadden bijvoorbeeld geen vluchtweg, dus er kwam een ladder uit een kistje. Dat was niets, want waar zat dat laddertje aan vast? Dus dat laddertje werd eerst maar vastgezet op de grond. In Tiel waren vele luitenants geweest die overal een beetje elektriciteit hadden aangelegd. We hadden een hoeveelheid stopcontacten die het niet deden. Wij besloten toen maar het hoofdkwartier te waarschuwen die aanvankelijk niets wilde doen. Ik deelde toen mee dat ik wel een ander huis ging huren, want ik zat er met mijn gezin in. Het was levensgevaarlijk. Toen kwam er een elektricien en die constateerde zelfs nog fluwelen leidingen en draden die open lagen.
Dus praat niet over die goede oude tijd, want nu zijn sommige zaken beter geregeld. Bedenk maar een oplossing, is geen oplossing, maar een pleister op de wond.