Bedrijven (2)

31 januari 2025 0 Door W. Koskamp

Mijn vader werkte voor de EDY bij de pannenafdeling. De EDY maakte nog meer dingen, zoals centrifuges. Mijn vader werkte in het magazijn en moest de pannen die geëmailleerd werden uit de oven halen. Onze pannenvoorraad thuis werd behoorlijk aangevuld, want als een pan niet helemaal goed was, kon het personeel hem kopen. Dus wij hadden bijvoorbeeld een pan met een vlekje erop, maar dat maakte niets uit, want het ging om het braden en het koken.

Mijn vader deed later op de vrijdagavond boodschappen bij de Albert Heijn, want dat was daar goedkoper dan in ons dorp. Dat bekwam hem toch een keer slecht, want hij viel in de winter in het donker in een kuil die het grondbedrijf niet goed genoeg had beschermd. Dat leverde hem een bezoekje ziekenhuis op. Hij had een paar gekneusde ribben en dat deed behoorlijk zeer. Hij had meer pijn dan ik met mijn gebroken voet.

Toch is het werken bij de EDY voor mijn vader een zegen geweest. Hij had een bochel, maar je kunt geen pannen uit de oven halen als je iets bukt. Hij moest toen zijn rug rechten, en de warmte van de oven en deze beweging maakten zijn rug rechter. Dat maakte voor hem het later toch mogelijk om bij de gemeente te gaan werken als plantsoenarbeider. Wij waren verzekerd voor onze ziektekosten door de IZA (toen particulier); dat was gunstig voor de kosten die vergoed werden. Wij hadden namelijk nogal wat ziektekosten door mijn moeder.

Toen wij in Dieren gingen wonen, liep ik langs de Gazelle-fabriek als ik naar school liep. Daar maakten ze Gazelle-fietsen, Locomotief-fietsen, Berini-brommers en Kaptein Mobylette-bromfietsen. Dat waren exemplaren die je veel in Dieren zag. Andere merken waren er veel minder, want er werkten veel mensen bij die fabriek die korting kregen van de baas. Die bazen waren niet slecht, want ze deden veel voor hun arbeiders. Wij konden bijvoorbeeld als kind iedere woensdagmiddag film kijken met limonade en snoep in Gebouw Nieuw Dieren (daar zit nu een kunstenaar in), betaald door de EDY en Gazelle. Tussen de middag ging men thuis eten, dat kon toen nog, en als je bij de poort ging kijken, zag je de fietsen op je af komen, want er was haast.

Gazelle had een stripboekje, Pietje Pelle. Die had ik niet meer, dus een paar jaar geleden schreef ik naar hen en ik kreeg toen van alles. Dat vond ik erg sympathiek, dus het bedrijf is nog steeds sociaal. Als ik een Gazelle-fiets zie, denk ik aan Dieren. Laatst was ik in Dieren bij onze broer en zag ik dat de Lepper-fabriek was afgebroken. Daar was nu zo’n saaie doos voor teruggekomen; geen verrijking van wat de Lepper-fabriek had. In deze fabriek maakte men onder andere de zadels voor Gazelle.

Deel deze pagina