België (1)

21 februari 2025 0 Door W. Koskamp

Omdat wij af en toe naar België gaan voor een paar dagen, wil ik u vertellen waarom wij België aantrekkelijk vinden. Mijn eerste kennismaking met dit land was op mijn middelbare school. Wij gingen naar Maastricht en vervolgens varen over het Prins Albertkanaal naar Luik. Dan kom je een sluis tegen die ik toen indrukwekkend vond. Dan kom je na dertig kilometer in het Franstalige gebied en dat is voor een jongen die dat niet gewend is erg vreemd. Luik was toen een sombere en vieze industriestad. Misschien is het nu anders en zijn wij eigenlijk in het verkeerde gebied geweest. Dat hoop ik wel.

Wat mij toen opviel, waren overal de enorme posters op de muren met vooral kaasreclames (‘De koe die lacht’ = ‘La vache qui rit’). Dat kenden we niet en elke keer in België zie ik weer reclame voor deze smeerkaas. Vervolgens gingen we naar de fabrieken van Spa, van het bekende bronwater. Je kon dan de fabriek via een overloop helemaal bekijken en kreeg na afloop natuurlijk Spa-water te drinken. Dat is jarenlang hun enige vorm van reclame geweest. Daarna gingen we bootje varen in Remouchamps. Daar waren druipsteengrotten, die koud en fascinerend waren. Dat was mijn eerste kennismaking met dit land.

Mijn tweede kennismaking kwam al snel. Ik ging werken bij het Leger des Heils in Maastricht en daar zaten nogal wat Belgen in de opvang. Zo kwam ik veel in België. Het Franstalige gebied ligt vlak bij Nederland, dus ik moest wel even opletten waar ik was. De rijkswacht was toen niet gemakkelijk. Het was warm en mijn jasje met paspoort lag thuis. Ik werd aangehouden en moest eerst laten zien of ik wel geld had (ik had toen nogal lang haar). Je moest toen in België honderd frank (zeven gulden) bij je hebben, want anders ging je naar Wortel wegens landloperij. Ik had genoeg geld, maar het kostte nogal wat moeite om mijn jasje op te halen. Ze lieten hun macht best wel voelen. (Wortel is een soort Veenhuizen in België, door koning Willem I opgezet voor landloperij).

Op een keer ging ik naar Luik om boetes te betalen, want onze Belgische bewoners hadden boetes, maar ook meer op hun kerfstok. Ze wilden wel betalen, maar zagen het niet zitten om daar te moeten zitten. Dus ik ging naar het Paleis van Justitie om te betalen, iets van dertig gulden per persoon. Ik moest wachten op een bankje en voor mij zat een man in uniform achter een klein micatafeltje. Hij was nogal gezet en ik mocht niet door. Hij vertikte het om Nederlands te spreken. Kortom, ik kreeg geen hartelijk welkom en zag mensen in en uit lopen, en ik wachtte maar. Op een bepaald moment kwam er iemand, en ik gaf wat franken aan die persoon en daarna weer aan iemand. Dus ik dacht, dat was het, en liep gewoon door. Hij riep toen van alles, maar ik zei dat ik hem niet kon verstaan. Nu sprak hij wel Nederlands en keek mij vuil aan toen ik terugkwam. De volgende keer liep ik gewoon door.

Deel deze pagina