Brug (1)
Ik heb nogal wat gedachten over bruggen en die vind ik leuk om te vertellen. Allereerst over de brug over de Oude IJssel in Doesburg. Ik was zo’n jaar of zestien. Mijn brommer was stuk en ik moest naar Doesburg. Ik leende het damesbrommertje van mijn moeder. Mijn moeder was nogal gezet en het brommertje had steeds wat te verwerken. Ik was natuurlijk een lichtgewicht. Het brommertje liep als een zonnetje, totdat het bij de brug kwam en toen haperde precies boven op de brug. Ik hoorde een knal en vervolgens zag ik de cilinderkop stuiteren over het wegdek, die verdween in de oude IJssel. Ik denk dat die er nog steeds in ligt. Het was geen prettig thuiskomen.
In Dordrecht hadden we een chauffeur op de kledingwagen die een goede beurt wilde maken. Hij zette een heleboel kaartjes uit om kleding op te halen in Bergen op Zoom. Hij reed een Hanomag vrachtauto die niet zulke sterke veringen had. Hij laadde de wagen vol, dus de auto lag zwaar op de weg. Hij reed de Moerdijkbrug op (de oude). Boven op de brug kon hij niet verder, want door de kromming van de brug kwam hij vast te zitten. Wij kwamen dus uit Dordrecht met twee auto’s naar Moerdijk en moesten tijdens het spitsuur alles overladen. De Hanomag moest uiteindelijk worden versleept. Ik kan je vertellen met al die razende auto’s en getoeter dat dat niet prettig was. Chauffeurs hebben blijkbaar nogal wat moeite om zich in te houden.
In Tiel hadden we een VW-busje die erg goed reed. We reden regelmatig naar Zaltbommel of Den Bosch voor kleding, caféwerk of samenkomsten. We reden terug over de brug van Zaltbommel. (Ik ken het gedicht van Martinus Nijhoff heel goed: ‘Ik ging naar Bommel om de brug te zien.’) Boven op de brug kregen we een klapband, wat schrikken was. Het is een heel drukke brug vanwege het feit dat het een verbindingsbrug over de Waal is, naar het zuiden van het land. Het was spitsuur en er volgde een hoop getoeter. Ik zag grote vrachtauto’s op mij afkomen. Ik zette snel gevarendriehoeken op de weg en de chauffeur wist niet hoe gauw hij de band moest verwisselen. De kapotte band gooiden we in de bus en met de nieuwe band half aangedraaid gingen we de brug af. In Waardenburg hebben we de band toen goed aangedraaid. Onze ruggen waren nat van het zweet, want het was een gevaarlijke onderneming. We hadden nog geluk dat we niet tegen de reling waren gereden, want anders was het nog erger geweest.