Alphen aan den Rijn
Ik ging toch opnieuw de verpleging in, in Noordwijk. Het toenmalige psychiatrische ziekenhuis heette Sancta Maria. In Noordwijk was geen huis te vinden en net zoals vandaag de dag niet te betalen. Ik heb toen een halfjaar in de verplegersflat gewoond. Dat was niet leuk, want Beppie was in verwachting van onze eerste baby. Ik reisde in mijn vrije dagen naar Dordrecht. Er kwam gelukkig een oplossing, want Alphen aan den Rijn was aangewezen als groeikern van Zuid-Holland. Ik was ook al aangenomen in andere ziekenhuizen, maar in die steden waren ook geen huizen.
We kregen een flat op zeven hoog aangeboden en die flat was vergelijkbaar met onze flat in Dordrecht. Het was de kleine Diamantflat. Het was een doorgangsflat voor anderen. Wij kregen vrij snel al een nieuwbouwwoning aangeboden, maar vanwege de kosten hebben ze dat niet gedaan. We woonden met veel plezier in die flat en de afstand naar Noordwijk met de brommer was voor mij te doen. In de winter was het minder, want in de Haarlemmermeerpolder was het best wel koud. Eén keer ben ik na een nachtdienst op los grind met de brommer geslipt.
We waren al bezig met het officiersschap toen ik besloot het laatste jaar in Alphen aan den Rijn te gaan werken op de Hooge Burcht in Zwammerdam. Dat was maar zeven kilometer rijden en was dus te doen. Het was toen een dorp met mensen die zwakbegaafd waren. De opzet was erg leuk, maar toen ik later terugkwam, was het veranderd. Alle mensen die daartoe in staat waren, waren namelijk in Zwammerdam, Alphen aan den Rijn en Bodegraven gaan wonen. Ik zag meer een verpleeghuis dan een dorp. Het was een eigen gemeenschap en dat miste ik wel. Inzichten veranderen en ik denk dat we een klein beetje doorgeslagen waren, want dit was wel erg beschermend. Ik zag de laatste jaren steeds meer mensen in het dak- en thuislozencircuit die voorheen daar woonden.
Ik heb nogal hoogtevrees en was blij als ik de galerij naar ons huis over was. De lift had ook wel eens problemen, vooral toen er mensen uit het dorp (hun huis werd gerenoveerd) tijdelijk in de flat kwamen wonen. Ze namen hun motor mee de lift in en dat kon die lift niet hebben. Mijn zwager Henk kwam een keer met familie op bezoek. Wij gingen in de lift die eigenlijk vol genoeg zat. Halverwege stopte de lift op een verdieping. Daar stonden een paar jonge meiden te wachten op de lift en Henk zei: ‘Kom maar binnen.’ De lift ging naar beneden, maar zakte door. We konden er niet meer uit. Het werd knap benauwd binnen, dus we sloegen het raampje eruit. We kropen allemaal door het ruitje naar buiten. Behalve Henk en zijn vrouw Rika, want zij waren te dik voor dit raampje. Ze moesten wachten op de monteur.