Misdaad (2)
In Tiel ben ik een keer bang geweest voor een man in een DAF. Hij reed van Oss naar Tiel, en was erg agressief en bewapend. Dat wist ik. Hij wilde elders niet slapen, alleen achter onze korpszaal, want dat had hij al eens eerder gedaan. Ik vertelde hem dat wij geen opklapbed meer hadden en dat hij alleen nog terechtkon in Nijmegen of Dordrecht. Hij wilde dit echter niet, want hij had nog een appeltje te schillen met iemand uit Tiel. Hij had regelmatig voor openlijke geweldpleging vastgezeten in de gevangenis.
Ik heb hem toen moeten laten verwijderen door de politie. Om 11.00 uur ’s avonds hoorde ik een enorme herrie voor onze deur. Ik zag twee zigeunerjongens die op dat moment met reiswagens op de parkeerplaats bij de Waal waren. Ze hadden ijzeren staven in de hand (die stonden voor de deur van onze buurman de smid) en werden door een aantal mannen vanuit het café belaagd. Ik schreeuwde door het open raam dat ze moesten ophouden. Dat hielp alleen maar even, maar toen was de politie er al. Ze wilden alleen de zigeunerjongens meenemen, maar ik riep dat de anderen ook schuld hadden, dus toen moesten ze allemaal mee naar het bureau.
De volgende dag kwam de brigadier van de politie die mij vroeg of ik wist wat de reden van de ruzie was. Dat wist ik wel. In het café werden regelmatig partijen gestolen goederen aangeboden; dat deed men via foto’s. De goederen stonden dan ergens anders. De zigeunerjongens waren een pilsje gaan drinken en zaten te dicht bij de kopers en verkopers van die goederen. ‘We willen die Turken er niet bij’ – de zigeuners zijn terecht een trots volk en die pikten dat niet. Toen was het bonje in de tent. Daarna is het na een waarschuwing aan de kastelein rustiger geworden. Die was daar uiteindelijk ook blij mee, want bekende schurken, zoals Aage M., kwamen bij hem in de zaak zaken doen. Dat gaf altijd gedoe en dat wilde hij ook niet.
Later werd er bij ons in Tiel een Chinees restaurant geopend en voor de ingang stonden twee Groene Lotus-beelden. De dag daarop stonden twee drugsjongens voor mijn deur. Zij zeiden dat ik toch religieus was en wilden die beelden aan mij slijten. Ze tilden zich een breuk aan die dingen. Ik nam ze natuurlijk niet aan en toen lieten zij de beelden maar achter. Ik kon ze dus weer terugbrengen en kreeg bijna nog moeilijkheden bij de Chinees. Ik had beter de politie kunnen waarschuwen, want de Chinese eigenaar begreep mij niet en wilde mij te lijf gaan. Voor de volgende keer kon ik beter mijn verstand gebruiken en mijn goedheid iets achterhouden. Een van die drugsjongens is kort daarop met drugs verdronken in een zwembad. Die andere jongen had een duplexwoning met drie buren. Dit pand was net gerenoveerd. Hij haalde daar toen alle kranen en verwarmingsradiatoren weg en verkocht die. Natuurlijk kwam er een overstroming in alle vier de huizen. Het behang vloog van de muur. Hij vond het gek dat hij niet terug mocht komen…