Majoor Bosshardt

4 februari 2021 2 Door W. Koskamp

Een van de bekendste mensen van het Leger des Heils is majoor Bosshardt, want ze sprak gelovigen en ongelovigen aan en dat deed ze op een unieke wijze. Ze wist precies hoeveel kinderen we hadden en wist ook altijd wanneer Beppie in verwachting was. Toch zagen we elkaar niet vaak, maar als we elkaar zagen was het intens.

De eerste keer kwam zij naar Tiel met haar auto (Autobianchi), want ze zou een lezing geven in Dreumel (overkant van de Waal) en at met ons mee. Wij op weg naar Dreumel en naar de Tolbrug bij Beneden-Leeuwen. Wij hadden een Volkswagenbus in Tiel en wij mochten altijd doorrijden en de majoor ook. De majoor kon kletsen, maar de combinatie autorijden en kwekken is geen succes. Ze kwekte maar door en ik zag ons af en toe langs het randje van de dijk rijden richting de Waal. Het zweet stond op mijn rug en ik had nog niet de moed om haar te vragen om uit te kijken, want ze is toch wel een icoon. Ze had vele gaven, maar autorijden was niet haar sterkste punt. We waren in Dreumel en ze zei: ‘Je bent een aardige jongen en je hebt een leuke vrouw en ik heb gezellig gekletst.’ Bij de volgende ontmoetingen waren er altijd een reeks vragen of het wel goed met mij ging, met mijn vrouw en mijn kinderen. Het zal je verbazen dat ze werkelijk wist hoe onze kinderen waren, eruitzagen en wat hun namen waren. Ze zei dan tegen mij dat ze het altijd leuk vond om iedereen van ons gezin te zien.

Ze stuurde mij kort voordat wij uit de Betuwe vertrokken een bericht of ik iemand wilde bezoeken. Woensdag na de zondag belde zij al op of ik nog was geweest; ze wilde weten of ik al wat wist. Ik dacht, laat ik de volgende dag maar gaan, want ze belt vast weer. Ik naar een klein dorpje en ik kwam aan bij een grote bungalow (de grootste in dat dorpje). Ik dacht, dat is toch niet het juiste adres. De deur ging open en er kwam een verpleegster of een dienstmeisje tevoorschijn, dat weet ik niet meer. Ik kwam bij een man die stervende was en een wallenloper was (hij ging niet naar de dames, maar liep gezellig over de wallen) en hij kende de majoor. De majoor had geregeld dat ik zou bidden voor hem en na een gesprek heb ik dat dan ook gedaan. De majoor belde mij op en zei: ‘Het was goed, jongen,’ en hing toen weer op.

Later in Breda deed ze dat nog eens twee keer bij mij, maar zonder voorlichting. Ik kwam bij een vrouw die mij te veel van de majoor wist. Zij was met haar klant getrouwd en begreep al vrij snel dat ik wel in de gaten was hoe haar leven was geweest. Haar huwelijk was ronduit slecht en ze was flink jonger dan hij, dus zij zou het wel uithouden. Bij afscheid gaf ze mij een knuffel die erg lang duurde en op het laatst ook pijnlijk, want ze bleef maar huilen. De majoor belde mij en ik wilde haar vertellen over deze vrouw. Dat hoefde niet, want ze had haar gebeld en een brief geschreven. Het grootste compliment kwam toen, want ze had nu ook iemand in Breda die ze kon vertrouwen. Ik heb die vrouw nog een paar keer gezien, maar toen is ze toch weggegaan zonder een adres achter te laten, want ze wilde niet dat haar ex bij mij kwam. Dat deed hij dus wel, maar ik wist het echt niet en als blikken konden doden, dan schreef ik dit niet neer.

Er komt nog een vervolgblog en die gaat over de tweede keer dat majoor Bosshardt mij ergens voor nodig had.

Deel deze pagina