Pensionering (1)
Op twintig maart ben ik met pensioen gegaan, maar ik was al vanaf 10 maart vrij vanwege vakantiedagen. Toen ik zeventien jaar was, ben ik begonnen met werken als psychiatrisch verpleegkundige. Dat lukte niet helemaal, want ik was eigenlijk te jong en heb het later nog een keertje gedaan. Ik kwam in de problemen, omdat ik bijna niet genoeg stagemaanden op de vervolgafdeling had gehad. Zij hielden mij vast op de acute afdeling, want ik kwam het beste tot zijn recht bij acute zorg. Dat kwam eigenlijk, doordat ik recht voor zijn raap ben.
Een meneer vroeg mij: ‘Waar ben ik?’
Ik antwoordde: ‘In psychiatrisch centrum Sancta Maria.’
‘In een gekkenhuis? Ik ben toch niet gek.’
Daarop antwoordde ik hem: ‘Volgens mij wel en we gaan zo snel mogelijk zorgen dat u weg mag. Dan moet u nu beginnen om zich niet zo gek te gedragen.’
We hadden direct een moord relatie, want deze man had altijd onduidelijkheid gehad in zijn leven en nu wist hij gelijk waar hij aan toe was.
Verder ben ik pragmatisch ingesteld: wat helpt er nu en werkt het niet, dan niet doen. De gulden regel die ik hanteer, is: Wat is er aan de hand? – Kan ik er wat mee of niet? – Ik doe wat of ik leg het weg (dit is een regel binnen de bevrijdingstheologie van Guttierrez). Ik ben geen handige verpleegkundige; alleen spuiten kon ik goed en soms dwars door de broek heen. Niks geen ontsmetting, want iemand is zo onrustig en kan zichzelf alleen maar beschadigen of anderen, dan is zo’n kleine ontsteking niks.
Zo denk ik met de huidige vaccinatie hetzelfde erover. Ik heb covid-patiënten gezien, dan neem ik de bijverschijnselen voor lief. Liever geen ademhalingsapparaten bij mijn lichaam of dat ik anderen besmet. Dus ik ben nog steeds pragmatisch. Ik heb mensen gehad die met fietskettingen voor mij stonden te zwaaien en dan zei ik: ‘Geef maar hier’, en achteraf zat ik te trillen op een stoel. De volgende keer doe ik het weer opnieuw. Ik ben wel eens knock-out geslagen en dat had als gevolg dat drie collega’s weggingen en ander werk zochten. Dat kwam, omdat ze mensen met een tbs-verleden opnamen en deze man kwam uit een beruchte criminele familie.
Omdat ik getrouwd was, wilde ik in drie jaar slagen. Bijna iedereen plakte er een half jaar of een jaar aan vast, of verlieten het vak voor het tweede jaar. Ik kon mij dat niet permitteren, dus ik stoomde door. Daar had de praktijkbegeleiding niet aan gedacht. Ik deed nog de in-service-opleiding (drie jaar en een preklinische periode van drie maanden). Allemaal goed betaald, want wij verdienden meer dan onze leeftijdgenoten en leermomenten werden doorbetaald. Dat is wat anders dan in de huidige tijd waar men praat en praat en praat en bijna niets doet voor de salarissen in de zorg. Als je geslaagd was, verdiende je meer dan een ambtenaar, bouwvakker, noem maar op. Wij hadden het beter.
Ik hoop dat deze tijden terugkeren, want het is ook behoorlijk vies werk met poep, urine, slijm, kots, speeksel en bloed. En je staat vooraan bij alle infectieziekten. De eerste tijd heb ik wel eens gedacht dat ik zou gaan overgeven en ik was niet de enige. In drie jaar was ik geslaagd voor de opleiding en voor het eerst leerde ik echt, want dit had mijn interesse. Volgende week plaats ik het vervolg van dit verhaal.
Mooi verhaal majoor, u bent begonnen met een mooi beroep en later heeft u dit ook in praktijk kunnen brengen in uw ambt als officier.
Dat is ook werk wat gebeuren moet en goed dat er mensen voor zijn