Piet
Opnieuw iets over Piet die zo’n zeven maanden bij ons woonde. Mijn vader had hem uit het bos gehaald (zie blogpost ‘Hoe ben ik in het Leger des Heils terechtgekomen?‘ geschreven in april 2020) en nadat hij genezen was van zijn longontsteking bleef hij bij ons wonen. We hadden toen nog een verstokte vrijgezel bij ons wonen die bij de plaatselijke wasserij werkte. We noemden hem oom Jan en dus met oom Piet bestond ons gezin uit zo’n 8 personen.
Bij andere gezinnen werden de kostgangers ook oom genoemd. Tegenwoordig heeft men niet zoveel kostgangers meer vanwege allerlei regelgeving en belastingwetten. Het zou een gedeelte van de dakloosheid kunnen oplossen, want ik denk zeker dat mensen dan hun broer, zus of anderen gemakkelijker op zullen nemen en dat dat ook helpt tegen eenzaamheid.
Beide mannen waren einzelgängers en dus soms ook wel eenzaam. Als kind werden wij verwend. Ik kreeg bijvoorbeeld van beide heren snoep en gehaktballen of gedeeltes van gehaktballen. Ik mocht ook altijd shag of pruimtabak voor hen kopen en dat leverde soms voetbalplaatjes op. Mijn koopgedrag heeft mij ook een flinke zakgeld reductie opgeleverd.
Mijn moeder rookte Players en gaf aan pensiongasten wel eens een sigaretje weg. Zo ging dat in die tijd. Je kon moeilijk met Cabellero aankomen. 20 sigaretten voor 1 gulden 90 en die haalde ik bij de kapper in het dorp. De kapper had ook Kapitein Grant met mooie kartonnen plaatjes met schepen en die was 2 gulden 35. Ik vertelde mijn moeder dat die Players er niet was en kocht vervolgens Kapitein Grant. Op een bepaalde dag ging mijn moeder naar de kapper en mijn moeder zei tegen kapper dat zij het zo jammer vond dat hij geen Players meer verkocht. De kapper hielp haar uit de droom en toen waren voor mij de rapen gaar. Voor de kostgangers mocht ik nog wel kopen, maar niet meer voor haar. Oom Jan kwam niet meer bij van het lachen, wat ik maar zo zo vond en hij vroeg aan mij wat ik miste aan zakgeld. Oom Jan was zuinig bij het gierige af, maar hij gaf dat bedrag aan mij en zei: ‘Dat is ons geheim.’ Iedereen weet het nu, maar het is een jarenlang geheim geweest.
Piet was niet zo slim, dus die moest extra beschermd worden, want hij werd vaak in de maling genomen. Mijn ouders wilden al dat hij niet naar het café ging en Piet was dat ook helemaal niet van plan. Hij zat daar om warm te blijven en niet alleen te zijn. Toen hij het verhaal vertelde dat hij een hele tijd geslapen had in een droge sloot, wilden mijn ouders helemaal niet meer dat hij naar het café ging. Bargasten hadden hem verteld dat hij de goederentrein die van Apeldoorn naar Dieren reed, omver kon rijden. Hij probeerde dat uit met als resultaat fiets en kleding kapot en ‘gesloapen dat ie had’.
Hoe ga je met je medemens om? Piet had nogal een onhebbelijke gewoonte, namelijk pruimen. Hij kocht Kentuck pruimtabak en deponeerde zijn pruimen overal. Hij deed ze ook bij de planten, want dat was goed voor de groei. Mijn moeder was daar minder tevreden over, dus hij moest betere plekken zoeken. Dat deed hij, want hij gooide ze toen op het bleekveld (vroeger lagen daar lakens in de zon om te drogen) achter ons huis. Dat was goed voor het gras.
Op een dag pruimde Piet en hij zat in de serre vlakbij het bleekveld. Ik was thuis. Het was warm en de deuren met glas waren open om door te luchten. Piet pakt zijn pruim en gooit deze pruim richting het bleekveld. De deuren waren iets dichtgewaaid en de pruim spatte uiteen op het raam. Het was ronduit smerig en meerdere ramen zaten eronder. Mijn moeder was woedend en Piet kon alle ramen gaan wassen onder het mom van: ‘Als je het smerig kon maken, dan kon je ook de ramen schoonmaken.’
Piet vertrok na zeven maanden, want de pensiongasten kwamen naar het Leger des Heils in Enschede. Daar heeft hij kort gewoond en in zijn laatste jaren ging hij naar Villa Nuova in Vorden. Hij was altijd blij als je langskwam en hij was zo dankbaar voor alles wat hij kreeg. Als u het eerste verhaal hebt gemist, lees dan het allereerste verhaal van deze blog (in het archief onder de naam ‘Hoe ben ik in het Leger des Heils terechtgekomen?‘ – april 2020).