Jonckbloetplein

10 juli 2020 0 Door W. Koskamp

In het Leger des Heils is het de gewoonte dat je overgeplaatst kunt worden, dus wij werden verplaatst van Emmen naar Den Haag Laakkwartier. Dit is een zeer onrustige wijk en in de media hebben ze het altijd maar over de Schilderswijk als er wat aan de hand is in Den Haag. Ik kan je zeggen dat ik het in de Laak veel heftiger vond op allerlei gebieden. Wij kwamen daar wonen toen net de Hofstadgroep (aantal terroristen uit de Laak) actief was. In april had de ME op ons korpsgebouw gelegen om in de Antheunisstraat (waar van alles woont en ook vaak illegaal) een aantal terroristen te arresteren.

In juni kwamen wij in ons nieuwe huis en er was angst in de wijk, iedereen liep met telefoontjes rond. We waren net verhuisd en de krant was nog niet gekomen, dus ik dacht, ik ga even een krantje halen. Dat bekwam mij slecht, want er stond een rugzak voor het postkantoor. Het gevolg waren afzettingen en ik mocht niet verder en ook niet terug. Een heel batterij aan agenten kwam en ook kwamen er mensen van de explosievendienst om de tas te controleren. Een tiener had deze tas achtergelaten. De paniek stond in de ogen van de buurtbewoners, want ze mochten niet verder en ook niet terug.

Na een paar dagen stapte ik in de tram om naar de stad te gaan. Op het Jonckbloetplein was het altijd wel druk, maar toen wel heel erg. Ze gingen bij de deuren staan en de tram reed langs een aantal haltes zonder te stoppen tot groot ongenoegen van de passagiers. Ik heb heel veel scheldwoorden gehoord en geleerd, want Hagenezen kunnen er wat van. We stopten bij Station Hollands Spoor en voor het eerst in mijn leven moest ik mijn zakken legen en werd ik gecontroleerd op wapens. Er stond een grote tafel vol met messen, want veel Haagse jongeren hadden toen bijna altijd in hun zakken vlindermessen, knipmessen enzovoort. Het zal nu niet anders zijn.

Dit wapenbezit was onderdeel van de angstcultuur die er toen was. Op het Jonckbloetplein had je een Haags Koffiehuis en daar kwamen ’s morgens de loodgieters en timmermannen bijeen om te pauzeren, een eitje te eten, de krant te lezen en te kwekken. ’s Middags kwamen andere wijkbewoners, maar in één ding hadden ze allemaal gelijk. Ze wisten precies hoe de regering moest regeren, dat was ontzettend komisch. Eén opmerking was genoeg om een enorme woordenvloed te ontvangen vol met Haagse humor. Het was ook lang niet slecht wat ze vertelden, misschien zouden meer politici moeten luisteren naar deze betogen. Lijn 17 komt er langs.

Op een bepaald moment liep ik voorbij de bloemenshop en ik zag een paar stevige dames in Schilderwijk (overal in fel gekleurd joggingpak) naar een betaalautomaat van Fortis lopen. Er kwam een jongeman op een fiets langs en hij trok een mes en wilde hun geld afpakken. Dat bekwam hem slecht: de twee dames trokken hem van de fiets, legden hem op de grond, pakten zijn mes af en gingen bovenop hem zitten en belden bovenop hem de politie. Ik heb niet vaak zo’n bedremmelde overvaller gezien, maar hij kon mooi mee naar het bureau.

Wat altijd gezellig was, waren voetbaltoernooien, want als Nederland won, was het gelijk raak. Er werd dan feest gevierd op het plein dat een enorme puinhoop werd, want er kwamen veertigers met een voetbal en die trapten de bovenleidingen kapot met als gevolg een stilstaande tram. De politie kwam er natuurlijk bij. Die ging het koffiehuis beschermen, want de eigenaar had liever niet dat ze op het platte dak gingen hossen. Dat was al een keer gebeurd en niemand draaide dan natuurlijk voor de schade op, behalve de eigenaar.

Er werden elke ronde ongeveer twintig mensen meegenomen naar het bureau. De politie kwam met paarden (getraind op het Scheveningse strand voor Prinsjesdag), die konden tegen herrie en vuurwerk, zodat ze niet in paniek raakten. Je kon beter opzij gaan voor die paarden, maar ook voor de agenten, want die sloegen hard met de wapenstok. Sommige mensen waren daardoor gelijk ontnuchterd. De ME stond in de straat en het leek soms wel oorlog en ze riepen via megafoons of iedereen weg wilde gaan, anders kwamen ze. Dat deden de mensen en dan wilde je wel weg, want de straten waren niet erg breed. Eén keer kwam ik thuis van een huisbezoek en moest ik mij legitimeren, anders kwam ik de straat niet in en ik werd niet vriendelijk toegesproken.

Toen Turkije ook meedeed en won, was het plein vol met Turkse medelanders, en dat ging op dezelfde manier. Weer een puinhoop. Je was blij als ze verloren, want dan was het over. Dat gold voor Nederland en Turkije, want dit was niet prettig en sommige mensen uit de buurt vonden het vreselijk.

Deel deze pagina