Radio (1)
In mijn jongste jaren groeide ik op met de radio en sommige programma’s zijn me bijgebleven, zoals de arbeidsvitaminen. Altijd koning voetbal en aan het einde de popmuziek, uitgekozen door mensen uit een of ander bedrijf. In de schoolvakanties luisterde je onder het spelen. Wij hadden nog een buizenradio en die deed het uitstekend. In het begin van ons trouwen hadden wij een radio met een pick-up in een meubel. Deze deed het niet zo goed meer, want de buizen werden minder en ze waren niet meer te krijgen. Je had toen zaakjes als radiobeurs die van alles wel hadden, maar niet onze buizen. Er waren ook wel amateurs die een hele kamer vol hadden staan met radio’s en radio-onderdelen, maar al die opties gaven ons geen buizen. Dus toen hadden we maar een setje Marantz gekocht en dat gaf toen een behoorlijk geluid.
Mijn moeder luisterde elke keer naar Mia Smelt met ‘Moeders wil is wet’. Dit programma had lichte muziek, zoals ‘Schön ist der Jugendzeit’, Petula Clark, Doris Day en Frank Sinatra. Ik kon de muziek niet helemaal mooi vinden en de indeling kon ik wel dromen, want het was net de Libelle en Margriet op de radio en nu is dat Max op de tv. De groenteman kwam met tips over groente en fruit, korte gesprekjes en een of ander recept; daarna ochtendgymnastiek met aan de piano Ab Goubitz, dus eigenlijk is er niets veranderd. Alleen de ochtendgymnastiek is een apart programma geworden, nu met Olga Commandeur.
Mijn oom Willem was geen groot liefhebber van de radio, want tussen de middag kwamen er radionieuwsberichten en daarna mededelingen voor land en tuinbouw (hij was boer), en vervolgens ging de knop om. Bij hen hadden ze een distributieradio waar je het hoognodige kon ontvangen. Wij schaften een transistorradio aan en die had batterijen, en die waren sneller op dan wij wenselijk vonden. Mijn broer maakte een radio uit een bouwpakket en het apparaat werkte. De kwaliteit was niet geweldig en we liepen al spoedig met grote radio’s. Iedereen had toen Veronica op staan. Ik hield meer van Radio Noordzee en Hilversum 3, want bij Veronica maakten ze mij te veel herrie en kletsten ze door de muziek heen. Ik luisterde naar de muziek op die zenders, maar Joost de Draaier en Rob Out waren niet mijn favorieten. Op het strand hoorde je overal muziek en iedereen had hetzelfde. Toch is er niet veel veranderd, want ik kom dagelijks puberjongens tegen met boomboxen en die maken dezelfde herrie als wij deden. Ik ben ook wel eens gaan luisteren naar hun muziek, want in het voorbijgaan hoor je alleen maar ‘boem boem’. Dat vonden zij erg leuk.