Radio (3)
Wij luisterden naar Radio Luxemburg, want die zond al uit vóór de etherpiraten als Veronica, Noordzee en Amigo. Popmuziek was niet bepaald populair bij de publieke omroep. Mijn vader zei toen al: ‘Het is soms een bak vol herrie, maar het wordt de toekomst.’ Veronica verloor mijn sympathie, omdat ze brand maakten bij Radio Noordzee (hun directe concurrent) en toen echte etherpiraten werden. Dat gaf in die tijd wel wat commotie. Wij als tieners hadden alleen maar belang bij de muziek en niet bij al die bijkomende ruzies.
Het is nu een stuk rustiger geworden in het land, want wij sleepten overal een radio naartoe, maar nu hebben vele mensen een oortje in en streamen ze hun muziek. Ik vind het jammer dat je de muziek niet meer deelt, zoals wij wel moesten. Je mocht bij ons niet van The New Seekers en dergelijke groepen houden, en er was een jongen die van Pussycat hield. Dat had hij beter ook niet kunnen zeggen.
Nu is muziek veel meer een privézaak geworden, hoewel de jeugd het altijd zal delen. De uitvinding van de walkman was na mijn tienertijd. Ik heb een hekel aan dingen in/aan mijn oren, dus in de trein was dat niet aan mij besteed. Toch vind ik het jammer in de trein, want juist een treinreis met gesprekken met elkaar geeft een fijne sfeer. Natuurlijk zijn er altijd zeurders bij. Wij zetten destijds de transistor in de trein aan en toen kwamen er meteen oudere mensen aangelopen die zeiden dat die rotherrie uit moest, of oudere mensen die juist vroegen wat we luisterden. Ik hoor nu als ouder persoon bij die laatste groep. Ik geniet van jongelui en hun muziek.
Mijn oma van moederskant had een grammofoonspeler en ik logeerde bij hen in Hilversum als veertienjarige puber. Zij had platen van De Zingende Zusjes, De Zingende Dominee en koren met Johannes de Heer liederen. Dus dat draaide ik wel, maar ze had ook platen van Ricky Nelson met ‘Hello Mary Lou’, The Everly Brothers en The Tornados met ‘Telstar’ en nog meer van die singles. Ik draaide alles door elkaar en volgens mij genoot mijn opa nog het meest, want zijn gezicht was een en al glimlach.