Nederlands-Indië (2)

17 maart 2022 0 Door W. Koskamp

Toen we in Den Helder werkten, kreeg ik te maken met weduwen van Nederlanders die in Indië hadden gediend. Ik vroeg hun dan of zij het naar de zin hadden gehad in Indië. Ik hoorde van al die weduwen dat dat niet het geval was geweest. Ze mochten niks, want er werd voor hen gekookt en op de kinderen gepast. Zij werden geacht om op te komen draven bij de feestjes en voor de rest van de tijd zich bezig te houden met handwerken of in de sociëteit te zitten, want ze waren totoks (blanke Nederlanders). Een verschrikkelijke tijd voor jonge vrouwen, het geroddel in Soerabaja was verschrikkelijk volgens deze dames. Ze waren blij als ze weer naar Nederland mochten.

In Den Helder sprak ik ook met mannen die met opgekropte gevoelens zaten over de naoorlogse periode. Ze hadden vaak gestreden en soms dingen zien gebeuren of zelf gedaan. Nu begint men eindelijk iets te beschrijven, maar in mijn periode was het toch nog onbespreekbaar. Je was een verrader als je daarover sprak. Sommigen stikten erin, maar wilden niets zeggen over die periode, soms wel aan mij, maar ik ga hun persoonlijke verhalen niet vertellen. We hadden in Den Helder ook een oudere broeder die flink op leeftijd was, al over de honderd jaar. Hij vertelde altijd vol trots dat hij langer van zijn goede pensioen had genoten dan dat hij had gewerkt. Hij had nooit gevochten, want toen Japan Indië binnenviel, was hij in Nederland en hier zaten de Duitsers. Na de oorlog hoefde hij ook niet meer terug, want toen kon hij met pensioen. Hij was later wel veel in Indië geweest en met name in Soerabaja. Zijn vrouw bleef dan in Den Helder, want hij zat dan bijna de hele tijd op de boot. Elke keer drie jaar terug naar Indië en dan moesten ze weer wennen aan elkaar als ie weer terug in Nederland was. Hij had bijna een conflict gehad, want er was een opstand op het schip De Zeven Provinciën vanwege korting op de salarissen van de inheemse bemanning (eigen vakbond) en de blanke bemanning (eigen vakbond). Hij zag toen al dat dat mis zou gaan. De regering liet een bom op het voordek van het schip vallen. Hij heeft de overlevenden van de boot gehaald. Het is jaren een heet hangijzer geweest voor de Nederlandse regering die het heeft trachten te verzwijgen. Hij vertelde volop en zei dat iedereen het mocht weten, want wat moesten ze doen om een oude man van honderd te doen zwijgen.

Wat ook veel Nederlanders niet weten is dat er in de negentiende eeuw zwarte soldaten waren in Indië. Zij waren daar, omdat Nederland na de afscheiding van België niet genoeg soldaten had om het koloniale leger aan te vullen. Er sneuvelde vele soldaten in diverse oorlogen. Eigenlijk was er in Indië in de negentiende eeuw permanent oorlog, onder andere in Atjeh. Deze soldaten kregen plekken in de buurt van de legerplaatsen en kregen hetzelfde loon als de blanke soldaten. Na de oorlog zijn er velen naar Nederland getrokken. Ik sprak met een vrouw die uit dit milieu kwam en zij vertelde dat ze erg beschermd werd in hun woonoord. Zij werden met de nek aangekeken door de blanken/Indische Nederlanders. De inheemse bevolking zag ze als een verlengstuk van het Nederlandse gezag. Deze aparte status heeft ze altijd als een last ervaren, ondanks dat zij met een Indische man was getrouwd. Je was anders, dat waren haar woorden en dat geeft maar weer eens weer wat afkomst doet.

Deel deze pagina