Drugs (3)
Onbezonnenheid is helemaal niet verkeerd. Je stapt ergens in en je gaat mensen helpen. In Tiel heb ik veel geleerd en dat vond onze buurman de smid ook. Hij schudde soms zijn wijze hoofd en zei dan: ‘Waar begin je aan?’ Ik begon een werkproject voor mensen die heel veel energie hadden om wat te doen. We hadden een man die onrustig was maar wel heel veel kon, maar bij hem moest toch wat meer rust in zijn leven komen. We hadden een man die door de dokter was opgegeven (tegenwoordig hadden ze wel wat kunnen doen), maar die ook wat wilde doen. Verder hadden we een onderwijzer met lange haren (‘Die past perfect bij jou,’ zei de smid) die ook meehielp.
Ons korps stond flink in de min, maar binnen een jaar hadden we zelfs geld op de rekening staan. We gingen Strijdkreten verkopen, collecteren en het belangrijkste wat we deden: we deden iets voor de samenleving. Het gevolg was dat we giften van stichtingen en particulieren kregen. Onze hulp aan drugsverslaafden was zichtbaar. Op ons korpsgebouw stonden wel acht schoorstenen, die zorgden voor lekkage. Een aantal haalden wij er dus van af met de hulp van twee mannen en een aantal drugsverslaafden. Dat viel op. Ze zaten samen met mij boven op het dak en we gooiden alles naar beneden, want ons plein lag open vanwege rioleringswerkzaamheden. Voordat we het wisten, stonden we in de lokale media en mensen kwamen spontaan geld brengen.
Heeft het geholpen? Ik denk van wel, want sommige mensen die we hebben geholpen, zijn mede dankzij de inzet toch wel verder gekomen in hun leven. Wij gaven ze vertrouwen en zij haalden spullen op. Als het verkeerd ging, dan pakte ik pas aan. Eigenlijk is dat maar één keer gebeurd. Er moest getankt worden met ons VW-busje, maar de chauffeur ging met vijfentwintig gulden ervandoor. Deze jongeman heeft het geweten, want ik heb hem wel aangepakt. Hij heeft het terugbetaald en ik heb ruziegemaakt met de dealer. Deze man dacht mij te bedreigen, maar voordat ik het in de gaten had, stonden onze Turkse buren, de smid en de knecht buiten. De bedreiging was al snel voorbij. Die man durfde niet meer op het plein te komen, want ik sprak hem aan.
Als afsluiting: veel in de media staan is niet altijd gunstig en eigenlijk ook niet goed, want vandaag ben je geweldig, maar morgen lig je bij het oud papier. We hadden een man die wat op zijn kerfstok had en geen werk kon krijgen, dus hij ging op onze VW-bus rijden. In de krant kwam te staan dat hij was bekeerd en prompt waren we onze chauffeur kwijt. We hadden toen chauffeurs zat, dus dat was het probleem niet. Maar de journalist ontnam hem zijn werk en een kans om opnieuw te beginnen. Iedereen wist toch wel wat hij had gedaan. Ik ben dat wel even gaan vertellen aan de journalist.