Nationale collecte (1)

14 juli 2022 0 Door W. Koskamp

Als je voorheen een officier wat slechts wilde toewensen, dan was dat collecteren. Toen ik als jongen bij het Leger des Heils kwam, hadden we zes weken collecte per jaar. In januari gingen we naar Dinxperlo en dan was je in een paar weken klaar, hoewel Doetinchem een behoorlijke klus was. De gemeentes Gendringen en Doetinchem werden ook in een week gedaan. Vervolgens ging je naar de gemeentes Rheden (tot aan Rheden), Doesburg en de Liemers. Ik heb wel meegeholpen, maar zat natuurlijk ook op school. Ik kon toen wel begrijpen dat de korpsofficier moe werd van al dat geloop. Toen we zelf officier werden, kwamen we in Tiel en liepen daar een groot deel van de Betuwe, Zaltbommel en een gedeelte van de Bommelerwaard.

In het eerste jaar in Tiel had ik al snel door dat het lopen van die stukken met onze kleine groep nooit zou lukken, dus we liepen de voordelige stukken. Wij hadden Zuid-Molukse heilssoldaten in ons korps en die liepen als een speer. Het waren oud-KNIL-soldaten. Wat ik vreemd vond, was dat ze steeds stopten en wachtten tot ik zei waar ze moesten collecteren. De luitenant bepaalde, maar ik kende de plaatsen niet. Ook stopten ze niet met collecteren, eer ik dat zei.

We waren in Hedel en een van mijn broeders zou de hoofdweg lopen. Hedel is een behoorlijke plaats en vrijgevig, dus we waren tot zeker drie uur bezig, maar onze broeder konden we niet meer vinden. Hij bleef maar doorlopen en zou pas stoppen als ik dat zei, dus hij collecteerde langs de hele weg en ging door naar Ammerzoden. Dat was een collectegebied van korps Gorinchem. Hij liep het hele dorp af en kwam bij de wagen van Boet van Dulmen te staan. Boet van Dulmen was toen een bekende motorrijder, en had door middel van sponsor een speciale vrachtwagen voor zijn motors en andere spullen. Bij Boet van Dulmen was een feestje en mijn heilssoldaat was daar ook geweest. Toen we hem eindelijk vonden, was zijn bus vol en zijn zakken vol met kleingeld en briefjes. Dat was nog niet alles; zijn pet zat vol met vijfjes, die toen nog van papier waren. Hij vond het vrij normaal, want ik had niet gezegd waar hij moest stoppen. Dit zou mij nooit meer overkomen en ik heb toen korps Gorinchem maar gebeld dat Ammerzoden al klaar was. Ze waren zo sportief om ons het geld te laten houden.

Zaltbommel was altijd een probleem. Daar kwamen veel collectanten en kaartenverkopers, en ook mensen die niet deugden, dus het eerste stuk gaf altijd veel gedoe. Mensen konden gemakkelijk van de snelweg af of op en lichtten op door te collecteren zonder vergunning. In ons eerste jaar kwamen we daar, maar de mensen zeiden dat ze al geweest waren. Het Nederlandsch Leger des Heils uit Dordrecht was al geweest. Ik belde het jaar daarop naar Dordrecht en vroeg of ze dat niet meer wilden doen, want er was nog genoeg over voor hen. Ik liet ze Kerkdriel collecteren en dat deden ze netjes. Alleen dat vond het Hoofdkwartier toen niet goed, want zij hadden de contacten. Die contacten waren waardeloos, want men was bezig elkaar te beconcurreren. Wij hadden er geen last van, want stafkapitein Storm hield zich keurig aan de afspraken.

In een volgende blog vertel ik meer over mijn ervaringen met de nationale collecte.

Deel deze pagina