Lagere school

20 oktober 2022 0 Door W. Koskamp

Vroeger ging je niet naar de basisschool, maar naar de lagere school (op z’n Achterhoeks ‘de laegere school’). In mijn geval was dat de Jan Ligthartschool in Laag-Soeren. Deze school had drie leslokalen en de bovenmeester was meester Bol, die naast de school woonde. Zijn vrouw kwam iedere dag koffie of thee brengen tijdens het lesgeven. Ik ben wel eens met haar meegelopen vanwege de koekjes of ander lekkers. Iedere klas bestond uit twee leergangen: 1 en 2, 3 en 4, en 5 en 6. En dan zaten er achter in de klas van 6 nog een paar leerlingen in klas 7 of 8. Dat waren meestal jongens die eigenlijk naar bijzonder onderwijs moesten, maar die school was tamelijk ver weg. Ze bleven dan op deze school, totdat ze mochten gaan werken. Je kon beter niet ruziemaken met deze leerlingen, want ze waren fysiek natuurlijk veel sterker dan jij. Ik heb wel eens een pak rammel van ze gehad, vanwege het feit dat ik ze alleen maar een keer aanstootte.

Het onderwijssysteem was gebaseerd op de pedagogische ideeën van Jan Ligthart, vandaar ook de naam van de school. Deze pedagoog is ook overleden in Laag-Soeren. Zijn systeem was best wel uniek in die tijd, want je leerde zelfstandig leren en werken. Je kreeg boeken en ging dan zelf aan de slag. Als je klaar was, mocht je als beloning lezen. Ik heb alle Tup en Joep en Oki en Doki-boeken gelezen. Ik was gek op die verhalen. Je kon ook de boeken van Daantje gaan lezen, maar ik kon heel lang kijken naar de plaatjes in die andere boeken. Dat viel zelfs de juffrouw op. De tekeningen werd gemaakt door Carol Voges die een geweldige tekenstijl had. Zijn figuren waren een beetje rond en je kon op afstand zien wat hij getekend had. Later heeft hij ook stripverhalen gemaakt, zoals Dinkie en Mario. Elke keer als ik op een rommelmarkt of in een kringloop kom, word ik getrokken naar zijn illustraties en blijf dan even kijken. Ik raad u aan om dat ook te doen, want het zijn unieke tekeningen.

De lagere school was voor mij in Laag-Soeren zeker niet vervelend, want ik had het goed bij de juffrouwen en meesters. Ik had de grootste moeite om stil te zitten, maar dat begrepen ze en ze lieten me dan ook gewoon rondlopen als ik dat even wilde. Dat was uniek. Later kwam ik in Dieren op school en daar mocht het niet. Dat heb ik zeer vervelend gevonden. Het hoorde bij de methode van Jan Ligthart om ruimte te krijgen als kind en dat je je kon ontwikkelen tot volwassene. Aan de achterkant van het schoolplein voetbalden we altijd. Meester Bol en de meester van 3/4 (ik weet niet meer hoe hij heette) deden dan ook mee. Ze konden behoorlijk uitdelen en Hiep (dat was de bijnaam voor de meester, genoemd naar een ontdekkingsreiziger uit Pipo de Clown) kon niet tegen zijn verlies. Dan werd hij erg chagrijnig. Gelukkig heb ik niet bij hem in de klas gezeten, want als hij won, kon hij vervelend zijn tegen de verliezers. Mijn oudere zus zat wel bij hem in de klas en kon niet met hem opschieten. Hij kon nergens tegen. Er was eens iemand jarig voor wie we zongen. We herhaalden hieperdepiep een beetje vaker dan normaal en toen werd de meester spinnijdig. Toch heb ik genoten van deze jaren en kijk met veel vreugde terug.

Deel deze pagina