Bangmakerij
In mijn leven hebben mensen mij regelmatig bang proberen te maken. Zoals een leraar die tegen mij zei dat het toch niets met mij werd. Dat vertelde men ook aan mij tijdens de militaire dienstkeuring. Als ik niet zou gaan, zouden ze mij komen ophalen (dat klopte overigens wel), maar dat ik niet onder de militaire dienst uit kon komen, klopte niet. In 1962 was er de Cubacrisis en iedereen verwachtte een derde wereldoorlog, wat niet gebeurde. Dat we er nu middenin zitten is iets anders, want nu spreekt men over een Russische inval in Oekraïne. De oorlog is een eindje verderop en zoals in elke oorlog profiteren groepen mensen ervan, zoals nu de energiemaatschappijen. We komen in de kou te zitten, we krijgen recessie, enz. Sommige dingen dwingen ons tot snel veranderen. Is dat erg? Ik denk het niet, maar daar heb je wel soms bangmakerij voor nodig.
In 1962 kwam de melkboer met gecondenseerde melk in blik, want als er oorlog kwam moesten we eten hebben. Daar heeft die beste man best wel van geprofiteerd, want iedereen kocht het en wij moesten ze later maar opeten. Er waren mensen die riepen dat er aardstralen door onze grond liepen. Er kwam een onderzoek dat deze mensen niet hoefden te betalen, maar de overheid, om de angst te beteugelen. Nu nog proberen mensen een slaatje te slaan uit die angst en kun je apparaten en consulten kopen die niet wetenschappelijk bewezen zijn, dus ‘fake’ ligt om de hoek.
In Velp woonde de weduwe van Rost van Tonningen (weduwe van een prominent NSB-lid). Er gingen de wildste geruchten rond over haar bijeenkomsten en dat gaf wel angst. Rond 2000 zouden wij de millenniumbug hebben, waar veel mensen angst voor hadden, want alles zou uitvallen. Ik ken mensen die snel hun computer leeghaalden en eten insloegen, want het zou eraan komen, terwijl experts al zeiden dat dit niet ging gebeuren. Natuurlijk is gezond verstand en angst iets wat vaak niet samengaat. Heel veel angst is ook terecht, maar houd je hoofd erbij. In de coronacrisis gingen er ook mensen profiteren van de angst; zo kregen wij ons mondkapjesproces in ons land. Angst maakt dat je niet redelijk denkt en mensen kunnen de publiciteit veel beïnvloeden.
Nog een voorbeeld van angst: in de jaren ’80 hadden wij in Breda vluchtelingen uit Zaïre die erg angstig waren om terug te keren. De vreemdelingenpolitie vond dat wel meevallen. Naast een van onze Joodse heilssoldaten woonden een paar vluchtelingen. Ze werden ’s morgens om zes uur door de politie van het bed gelicht en op het vliegtuig gezet. Net buiten het vliegveld van Kinshasa vond men Rafael dood en hij was gecastreerd. Onze zuster was helemaal van slag, want ze dacht aan de oorlog. De angst van Rafael was terecht.
Daarom hanteer ik bij al die bangmakerij de gouden regel: bij angst, zoek naar de feiten. Is het waar? Dan kun je daarnaar handelen. Angst kan overslaan naar argwaan; daar moet je mee uitkijken. Dan kun je moeilijker de realiteit zien. Bij een waandenkbeeld wordt het waar en daar hebben we in de loop van de geschiedenis al genoeg last van gehad.