Oude kleding (3)

15 juni 2023 0 Door W. Koskamp

Omdat er geld te verdienen was met oude kleding werd er soms hard gewerkt, maar ook slordig. Dit moesten we voorkomen; alleen de sorteerders die goed werkten en niet alleen aan de kleding dachten waar geld aan te verdienen was, mochten bij ons sorteren. Wij hadden bijvoorbeeld een goede sorteerder, maar hij werkte langzaam en werd dus veelvuldig in de maling genomen. Er liep dan een andere sorteerder rond die riep dat er alweer geld gevonden was. Dan was onze sorteerder van slag en hadden we een tijdje niets aan hem. Hij werd veelvuldig gepest en daar moesten we op letten. Zo werd er eens een kunstdrol neergelegd; de bedrijfsleider was woedend. Hij dacht dat het een echte was, want een van onze medewerkers had een hond. Hij was nu dus ook boos, want die hond tilde zijn poot wel eens op en mocht niet meer in de sorteerruimte komen. Dat gaf wat rumoer, maar later kwam de bedrijfsleider erachter dat de drol nep was. Toch mocht de hond niet meer naar binnen.

Er waren ook bewoners die keihard werkten, maar die je niet kon afremmen. Er was eens een man die heel veel aan zijn hoofd had en dat vergat tijdens het werken. Hij sneed een hele baal kleding tot lappen (250 kilo) in een ochtend. Dat gaf wat problemen bij de bewoners van de pers. Zij moesten dan twee of drie balen persen, want anders kon je geen kant meer op. Meestal bleef deze man maar een maand, want dan sloeg de onrust toe en was hij weg. Later kwam ik hem ook weer eens tegen als korpsofficier. Dan at hij bij mij en dronk hij een kopje koffie. Hij was dan op doorreis. Hij had veel onrust in zijn hoofd, wat ik best wel kon begrijpen.

Omdat we tijdens het sorteren in een kelder zaten, zou het nu niet meer geschikt zijn voor dit werk. Er zat dan een achttal mannen ruim van elkaar en de snijmachines waren twee aan twee geschaard, dus het was er best wel stoffig. In die ruimte hadden wij ook een bewoner die pijp rookte. Beter gezegd: hij blies in zijn pijp, wat een enorm vieze lucht gaf. Hij haalde elke zaterdag op de markt mislukte shag en deed die vervolgens in een grote koektrommel. Hij gooide er dan twee flessen eau de cologne over en liet het een weekend staan. Op maandag blies hij het dan rond. Dat kon hij maar een uur volhouden, want dan werd hij door de anderen uit de ruimte gegooid en mocht hij pas weer terugkomen als hij niet rookte/blies.

De nieuwe bewoners hadden het vaak niet in de gaten, maar een maandagochtend was voldoende voor een hele week kleding sorteren. We hadden plastic jassen en bonte bergjes, en menig keer lag iemand erin te slapen, want ze hadden vaak zware medicijnen. Doordat we ook in de gaten hielden dat er niets naar het café verdween (voornamelijk overhemden waren populair), werd er niet veel meegenomen. Ik heb zelf nog bij het café op de hoek overhemden teruggehaald, want die waren plotseling verdwenen, maar niet voor lang…

Deel deze pagina