Kleuterjaren (1)
Als kleuter had ik enorm veel vrijheid, omdat mijn moeder ziek was en zij ook een pensionbedrijf runde. Bovendien werd vier jaar na mij mijn broertje geboren. Rond het huis was er veel ruimte en aan de overkant was er een bos. Wij noemden dat het Paradou (zo heet het nog steeds). We liepen de Harderwijkerweg over en waren dan in het bos, waar de aapjesboom stond. Die was zelfs voor een kleuter te beklimmen. Totdat wij naar Dieren verhuisden, heb ik in dat bos met vriendjes gespeeld. Later ook met mijn broertje, die wel eens zo dom is geweest om wespennesten te verstoren. Ik kan je verzekeren dat je dat niet moet doen. Hij vluchtte weg en de wespen gingen achter hem aan. Ik had met een ander vriendje er geen last van, want ik stond achter het nest. We hadden al gezegd, blijf eraf, maar dat deed hij niet.
Door het bos en de Harderwijkerweg heb ik mijn bril gekregen. Bij de geboorte van mijn broertje had de dokter al gezien dat hij scheel keek en slechte ogen had, dus hij kreeg een lapje voor zijn oog om zijn luie oog te verbeteren. Dat was toen een beproefde periode. Omdat het behoorlijk druk kon zijn in ons gezin, hadden mijn ouders niet gezien dat ik ook slechte ogen had en slechter dan die van mijn broertje. Als kind was ik gewend om in een mist te kijken, dus daar wen je wel aan. Ik stak van het Paradou over naar huis en werd aangereden door een volkswagenkever. Ik stak zomaar over en kreeg een pak slaag van de chauffeur (dat mocht toen ook; ik heb meer pak slagen van anderen gehad dan van mijn vader). Klagen deed ik niet, want het commentaar van mijn ouders was toch dat ik het wel verdiend zou hebben, dus dat was snel einde verhaal.
De chauffeur was woedend en liep naar mijn moeder. Ik zie mij nog bij de voordeur staan; hij had mijn overhemd vast. Hij meende dat ik beter moest opletten. Ik huilde en had hem niet gezien, vertelde ik. Dat werd niet geloofd, totdat een pensiongast voorbijkwam en tegen mijn moeder zei dat ik beter getest kon worden. Bij de oogarts kreeg ik te horen dat mijn ogen slecht waren en dat ik acuut een bril moest hebben. Ik kreeg een bril bij opticien Oosterbeek in Dieren. Waar ik veel terug ben geweest, want ik had nogal wat ongelukken met die bril. Er moest dan weer van alles worden vastgezet of gesmolten, want mijn bril werd steeds kleiner en mijn hoofd groter. Ik kan u verzekeren dat dat geen goede combinatie is.
Ik weet nog dat ik achterop de fiets bij mijn moeder zei dat ik in de hemel was, want ik kon nu zo goed zien. Dat was maar goed ook, want kort daarop mocht ik naar de lagere school. De bril maakte mijn leven een stuk makkelijker en het spelen in het Paradou extra leuk. Hoewel ik wel een paar keer uit de aapjesboom ben gevallen vanwege overmoed, want ik kon nu toch goed zien…