Misdaad (3)

2 november 2023 0 Door W. Koskamp

Wij hadden in Tiel goed contact met het huisvestingsbureau. De man van dit bureau was zeer betrokken bij de huisvesting van mensen in nood. Hij was een ambtenaar die meer deed dan men van hem zou verwachten. Hij hielp mij heel vaak. Ik mocht een keer van hem bemiddelen bij een vrouw die vroeger met heel veel mannen meeging. Ze kwam te wonen in een flat waar vele mannen woonden die hun vrouw uit Turkije gingen halen. Dat liep mis, want in hun ‘vrijgezelle’ bestaan waren ze ook wel eens met haar mee geweest. Dan was er natuurlijk ruzie in de flat, want die vrouw liet duidelijk merken dat ze hen niet was vergeten. Dus ik heb toen samen met die ambtenaar bemiddeld met de politie. De vrouw in onze noodopvang kreeg een andere woning, niet in de buurt van de flat, en de politie zorgde voor vergrendeling van het huis en maakte duidelijk dat ze moesten stoppen met kijven. Daarna werd ik op de markt altijd vriendelijk begroet door vrouwen in een hoofddoek.

Een andere keer werden we plotseling opgeschrikt door een behoorlijke brand in een pand volgestampt met goederen, waarvan de eigenaar even weg was. Het brandde enorm en de politie stond erbij. Ik waarschuwde de politie dat er gasflessen in de kelder stonden, dus die werden er toen uitgehaald. Gelukkig waren ze leeg. Ik kreeg de vraag hoe ik dat wist, maar ik was al eens eerder in dat pand geweest om met de eigenaar te praten. Hij wilde mij toen een Mini-Coopertje aansmeren en startte vervolgens een motor om half elf ’s avonds in een klein gangetje. De motor was ergens meegenomen zonder toestemming. Ik stikte bijna in de rook en de buren waren ook niet blij met hem. Hij heelde nogal wat en er liepen ook vreemde figuren bij hem rond die bij zijn buren wel eens én regelmatig wat meenamen. Ik zei tegen de politie dat die motor en Mini Cooper in zijn huis stonden, en misschien nog wel meer. Het was in ieder geval brandgevaarlijk genoeg. Het was dus beter om bij de brand de mensen op afstand houden en uit te laten branden. Spullen zijn niet zo belangrijk als mensen. Helaas was er ook een bouvier binnen, maar die was al dood aan het begin van de brand. De eigenaar wilde naar binnen, maar mocht dat niet. De politie wilde weten waarom hij dat wilde, maar de man hield wijselijk zijn mond. Zijn buren stonden met hun geldkistje, papieren en kostbaarheden buiten. Het pand brandde uit en toen mocht de man naar binnen, maar hij mocht ook verschijnen voor de rechter. Hij is daarna ergens anders gaan wonen (de buurt had het wel met hem gehad).

Onze ambtenaar bracht ook veel drugsverslaafden onder in flats en daar was totaal geen begeleiding bij. Er werd regelmatig een pand ontruimd, omdat erin gedeald werd. Hij vroeg aan mij of ik ergens wilde kijken bij iemand, want hij hoorde maar niets en het was volgens hem te stil. Deze jongen handelde niet, gebruikte zelf en hield zijn eigen broek op door onder andere ijzer te stelen. Ik kende hem wel en ging naar zijn huis. Er lag een matras op de grond en dat was alles. Alle binnendeuren had hij verkocht, maar hij wist dat hij de radiators moest laten zitten. Maar deurklinken, waterkranen en douchekoppen waar hij geen overstroming mee kon krijgen, waren eruit. Wat moet je nu met zo’n iemand die zelfs de klapramen had verkocht? Het was steenkoud in dat huis. Ik heb hem meegenomen en toen is hij vertrokken naar Utrecht. Ik kreeg van hem de sleutels en later bleek dat hij ook de planken en de deur van de berging had verkocht. Onze ambtenaar had iets uit te leggen bij zijn chef…

Deel deze pagina