Opa en oma (3)
Mijn oma vertelde mij dat ze in haar jeugd voorop liep met de AJC-vlag, maar omdat ze via de radio tot geloof kwam, wilde ze dat niet meer. In de jaren dertig was er op de radio via de NCRV Johannes de Heer-liederen te horen. Laatst was ik in Ommen en zocht naar het sterrenkamp van Krishnamurti (een Indiase filosoof uit de jaren twintig), maar daar was niets meer van terug te vinden. Mijn oma is daar verschillende malen heen geweest, maar het gaf haar geen geestelijke rust. Die kreeg ze pas toen ze luisterde naar Johannes de Heer. Ze was een volgeling van de Maranatha (de Jezus komt spoedig-beweging); die gaven haar een editie van het tijdschrift Het Zoeklicht. Daar heb ik als jongen wel eens in gebladerd.
Ook draaide ik plaatjes op de pick-up, als ik daar logeerde. Ze hadden twee soorten plaatjes: wereldse muziek zoals ‘Hello Mary Lou’ van Ricky Nelson, Wheels, etc.; en christelijke muziek van De Zingende Zusjes en De Zingende Dominee uit Velp. Via Het Zoeklicht kwam ze als huishoudster terecht in Ossenzijl bij een weduwnaar en vond daar mijn stiefopa. Hij had zelf twee zonen en later kregen ze samen nog vier kinderen. Ze hadden een samengesteld gezin van zeven kinderen, met mijn moeder erbij, en twee ouders. Mijn opa ging naar de Vrije Zendingsgemeente (die bestaat nog steeds) en dat sloot erg goed aan bij de Vrije Evangelische Gemeente in Hilversum. Ze trouwden en verkochten hun rietland, en begonnen een nieuw bestaan in Hilversum met een kruidenierszaak. Helaas kreeg mijn opa een ongeluk en kon daarna nauwelijks lopen. Ik heb hem alleen maar gekend als moeilijk lopend en met een speciale fiets met een handaandrijving. Soms mocht ik er wel eens op rijden.
In de jaren zeventig kreeg mijn opa samen met zijn zoon Jan nog een ongeluk, op de rotonde in Alkmaar. Ze hadden gelukkig niets, maar er werd voor de zekerheid een röntgenfoto gemaakt. De dokter constateerde dat als er geopereerd kon worden hij daarna beter kon lopen. Ik ging samen met mijn Beppie naar hun verzorgingshuis in Laren en na afloop bracht mijn opa ons naar de uitgang. Dat was wel een aparte ervaring. Mijn opa kon heel goed dammen en ik dacht elke keer bij het ouder worden dat ik hem wel zou kunnen verslaan. Die vlieger ging niet op, want hij paste zijn spel aan en ik verloor opnieuw. Hij zei tegen mij dat ik het beste leerde dammen als ik verloor. Ik vraag mij nog steeds af of hij dat echt meende of dat hij gewoon niet tegen zijn verlies kon. Ik denk toch het laatste… Als ik een hortensia zie, dan denk ik nog steeds aan hen, want zij woonden aan de Hortensialaan nummer 7 in Hilversum.