Waar ben ik opgegroeid? (2)

25 oktober 2024 0 Door W. Koskamp

Als je gewend bent om op een groot erf rond te lopen, dan is het moeilijk om naar school te gaan. Ik ging op mijn vijfde naar de kleuterschool en dat ging wel. Ik had een lieve kleuterjuf die mijn kwetsbaarheid zag. Ik zat veel in mijzelf, want thuis had ik het niet gemakkelijk. Gelukkig had ik mijn gezicht mee en andere mensen gaven mij positieve aandacht. Doordat ik dat niet thuis voelde, compenseerden andere mensen dat al.

Ik was toen al erg religieus. Ik zag overal God in en wilde eventueel de zending in. Het probleem was dat dat niet zo gemakkelijk ging in de kerk. Ik bracht wel voor de Gereformeerde Kerk uit Eerbeek de Elisabethbode (een evangelisatieblad van de kerken) rond in Laag Soeren. We hadden maar een paar leden, maar ik bracht toen al een groot gedeelte bij buitenkerkelijken.  Ik had toen al een gevoel voor evangelisatie. Toen we in het Leger des Heils terechtkwamen, bood dat mijn vader kansen. Hij was behoorlijk bijbels onderlegd en werd al spoedig recruteringssergeant (het opleiden van nieuwe heilssoldaten). Mijn moeder die behoorlijk dominant was, wilde ook wel graag een functie. Gelukkig waren er slimme korpsofficieren die voorzagen dat dit alleen maar problemen zou geven. Ze was dus ook wel een beetje jaloers op mijn vader.

Door mijn geloof en dat ik zo veel lieve mensen heb ontmoet, ben ik door schade en schande door mijn lagere school heen gekomen. Ik was zo weinig mogelijk thuis, want dat werkte toch niet. Hoeveel ik ook mijn best soms deed om boodschapjes te doen of mee te helpen in huis. Het was niet gauw goed en ook de leraren hielden mijn moeder veel buiten hun deuren. Ze hadden natuurlijk genoeg om te vertellen over mij; dat ik goed kon leren, maar dat ik ook dromerig was. Mijn dromen waren vooral gericht op een ander leven, en dat ontving ik in de kerk en het Leger.

Mijn cijfers op de rapporten waren matig of vaak slecht. Toch ging ik altijd over, omdat ik vaak vlak voor de overgang even snel ging leren. Dat heb ik tijdens mijn hele schoolleven gedaan. Meneer Stikker, onze aardrijkskundeleraar, zag dat en zei dat ik er wel zou komen als ik maar een vak zou kiezen dat me lag. Ik koos voor de verpleging en wilde later officier worden. Omdat mij dat interesseerde, haalde ik wel goede cijfers. Ik kon in de verpleging, wat mij goed uitkwam, omdat ik op kamers kon. Toen ontmoette ik ook jongelui die hetzelfde gevoel hadden als ik: weg van huis.

Ik zie het ook wel terug bij de huidige jongelui die wiet roken (dat heb ik nooit gedaan; ik vond het vrij stom om stoned in een hoek te gaan zitten), festivals bezoeken en op sociale media zitten. Ik heb door mijn jeugd en wat ik nu zie een paar dingen geleerd: je wilt gehoord worden; dirigerende ouders verliezen altijd; geloof heb je, dat zul je zelf moeten zoeken; en sociale media zijn een behoorlijke weergave van een ideale wereld. Ouders zouden meer moeten kijken wat daarop gebeurt. Het is vaak onrealistisch en zelfs soms gevaarlijk. Dat wil niet zeggen dat je het moet verbieden, want dat werkt averechts.

Ik heb het gered door de liefde van God. Die heeft mij een vrouw gegeven bij wie ik mijn ei kwijt kon in liefde en mijn teleurstellingen in het verleden. Nu hebben we mensen die om ons geven en dat geef ik graag terug.

Deel deze pagina