Slechtziend

3 januari 2025 0 Door W. Koskamp

In mijn kleuterjaren had ik geen bril. Ik zag slecht, maar ik was dat gewend, dus ik dacht er verder niet aan. Aan de overkant van ons huis was een bos en er liep een drukke weg door (Harderwijkerweg). Ik stak een keer over en werd aangereden door een Volkswagenkever (hij reed gelukkig niet hard). De man was geschrokken en stapte zijn auto uit, en gaf mij een pak op de broek (dat mocht toen nog). Hij pakte mij in de kraag, en ging naar mijn moeder en deed zijn beklag. Ik had die auto alleen niet gezien. Maar ik werd niet geloofd tot er een pensiongast zei dat ik misschien echt die auto niet had gezien. Hij adviseerde mijn ouders om naar de oogarts te gaan en aangezien mijn jongere broertje ook slechte ogen had, zat ik al snel bij de oogarts.

Eigenlijk was het al te laat, want ik had een lui oog. Die van mijn broertje kon nog met een pleister worden afgeplakt. Ik was daar al te oud voor, dus ik kijk een beetje scheel, maar dat wordt goed verholpen door mijn bril. Ik zie erg slecht en heb in één oog helemaal geen zicht (-9), dus daarom kan ik geen afstand bepalen (ik wacht daarom altijd langer dan eigenlijk nodig is bij oversteken). Mijn goede oog is -6,5, soms -6. Ik moest dan ook altijd vooraan in de klas zitten vanwege het bord. Op de middelbare school hoefde dat niet meer. Op 21-jarige leeftijd was ik bij de oogarts en hij vroeg of ik geld had om autorijles te nemen. Dat had ik niet en hij zei: ‘Mooi zo, nooit aan beginnen.’ En ik geef hem groot gelijk, want inparkeren zou ik nooit leren.

Als jonge jongen reed ik wel op een brommer, maar ik heb wel wat ongelukken gehad. Maar dat had meer met mijn rijstijl te maken en mijn grotere ongelukken waren hoe gek ook buiten mijn schuld om. Ik kan mij heel goed redden op de fiets, want je past je aan. Ik rijd veel op gevoel en kan door donker heel goed rijden, als ik de weg weet. Je kent dan elke hobbel en elke bocht. In schemer rijden is lastig, want dan zie ik niet goed. Ik kan zeggen dat ik weinig ongelukken heb gehad en dat beperkte zich tot die verschrikkelijke betonpaaltjes, want die zijn hard.

Het gekke is, is dat ik nu al vele jaren een lichte vorm van staar heb en dat ik veel beter zie. Ik hoef natuurlijk ook niet, nu ik gepensioneerd ben, op verschillende onbekende plekken te zoeken. Bovendien zijn de fietspaden steeds beter geworden en mijn gevoel ook. Een mens past zich erg goed aan, want ik denk als je dit op oudere leeftijd overkomt het kwalijker is. Bovendien verbetert de oogchirurgie steeds meer en na tien jaar lichte staar is het nog steeds niet rijp genoeg, volgens de oogarts. Ik had mijn oogarts in Rijswijk verteld dat ik bij het Leger des Heils zit en hij onderzocht mijn ogen. Daarna wilde hij van alles weten, dus ondanks je zorgen kun je getuigen.

Deel deze pagina