Kostgangers (2)
Met kostgangers kun je wat beleven en daar gaan deze kleine verhalen over. Oom Gert pruimde heel graag en pruimde toen hij weinig geld had lang op zo’n pruim. Als hij meer geld had, omdat hij bij ons verbleef, spuwde hij de pruim uit als hij geen smaak meer had. Op een dag zat hij bij ons in een van de serres tegenover het bleekveld (het veld waarop vroeger lakens werden neergelegd om te drogen). De deur van de serre stond open, maar toen oom Gert zijn pruim weggooide, waaide de deur dicht. Het gevolg was een grote natte smerige bruine pruim tegen het raam. Mijn moeder was nijdig, en oom Gert mocht de ramen lappen en lapte de hele serre om het goed te maken.
Van de Rekkense inrichting, de gevangenis voor mensen onder toezicht, mochten mensen onder toezicht ook elders gaan wonen om zich voor te bereiden op weer een verblijf in de maatschappij. Het waren niet zulke grote boeven, maar ze liepen wel naast de wet. Op een bepaald moment waren we wat kwijt en de politie kwam, en ook elders was er ingebroken. Onze kostganger werkte, maar hij had plotseling een pick-up truck en heel veel plaatjes (zoals van Roy Orbison). Daar luisterde ik naar en hij was echt wel aardig, maar kort daarna was hij weg. Ik als kind wist niet waarom. Later hoorde ik dat hij achter die andere inbraken zat, dus vandaar dat hij was verdwenen.
We kregen ook een jongen in huis die nog niet volwassen was en uit Geleen kwam. Het was een aardige jongen die goed werkte en veel geld had gespaard. Daar hadden mijn ouders voor gezorgd. Hij had een mooie brommer (een Batavus). Op de dag dat hij volwassen werd, pakte hij zijn kleding en laadde hij zijn Batavus vol. Hij was best wel dankbaar, maar zijn moeder trok aan hem. Een paar maanden later kwam hij weer helemaal berooid terug. Zijn moeder had hem kaalgeplukt. Hij was erg teleurgesteld. Hij ging elders zijn geluk zoeken, maar wilde blijkbaar zijn dankbaarheid toch tonen.
Toen mijn ouders stopten met het pension, hebben ze eerst nog voor een tijdje het achterhuis verhuurd. We kregen een vreemd stel met een poedel, dat ze voor de lol met bier dronken voerde. Als hij dan over het bleekveld heen schommelde, vonden ze dat leuk. Op een dag moest mijn moeder hun nieuwe schilderijen komen bekijken. Het waren erg mooie en enkele hingen op. Mijn moeder ging naar de Spar om boodschappen te doen en vertelde dat in de winkel, maar de vrouw van agent Honing stond er ook. Zij vertelde haar man dit verhaal en in nog geen uur tijd stond ons erf vol met politie. Het stel werd gearresteerd en de schilderijen meegenomen. Mijn vader was woedend, want hij kreeg niet betaald voor hun verblijf, want toen betaalde men achteraf en niet zoals tegenwoordig vooraf.